|
Nieuws
Rode bietensap, een nieuwe trend in de topsport?
Een flink aantal liefhebbers kunnen tegenwoordig geen mooie prijs meer winnen zonder antibiotica. We spreken over “het booster effect”. Waarom? Omdat we altijd op zoek zijn naar beter. We doen immers aan sport. Duivensport in ons geval. Dus doen we net als die wielrenners van de Tour de France… zoeken naar het beste middel, dat ene potje. Velen willen het niet toegeven. Water en voer staat er in de reportage. Al weken geen prijzen en dan ineens een ketting uitslag of een 1e NPO…. Je gaat me toch geen spookjes van Anderson voorlezen? Neen, vorm komt langzaam, stap voor stap.
Tijdens het seizoen is niets te dol. Medicijn “gebruik” of de spuit er in. Dat laatste is voor mij over de grens. Als voor de vluchten de spuit er al in moet… Maar goed, een ieder heeft zo zijn eigen grenzen. De rage van schapenvet is een beetje over en ja… dan moet je weer eens iets nieuws brengen. Rode bietensap. Dat is het. Commerciële liefhebbers die in een aantal gevallen overigens niet eens super goed presteren, doen mee aan de promotie van de fabrikant, want zo werkt dat. Moeite doen, of ons er eens verder in verdiepen doen we niet. We willen ook zo´n fles of ook zo´n spuit.
In België is deze hype van rode bietensap al weer een beetje overgewaaid. Maar nu heb ik toch al verschillende vragen en mails gehad over deze nieuwe hype: Rode bietensap doet de prestaties met 2,8% stijgen van duursporters. Gefeliciteerd! Even voor de duidelijkheid: duursporters zijn geen mensen die op fietsen rondjes rond de kerk rijden, maar lange ritten maken en over de bergen van Frankrijk fietsen of de marathon lopen.
Rode bietensap. Hoe zit het in elkaar?
Het zou de duurprestaties verbeteren. Er zit n.l. nitraat in en dat zou zorgen dat er minder zuurstof nodig is om energie (ATP) in de spieren te produceren. Het zou na 1 keer meteen al werken, maar beter geeft of drinkt men het gedurende 6 tot 15 dagen, aldus de promotie. Daarna is het effect weg. De sporter moet dan wel dagelijks ongeveer een halve liter rode bietensap drinken om 300 mg nitraat binnen te krijgen voor dit mooie resultaat . Volgens de wetenschap zou het veelbelovend zijn: minder zuurstof nodig voor een beter resultaat. Joepie!! De vraag is nu: hoe gaat het bij de duiven werken?
VO2Max nader bekeken.
De VO2max geeft aan hoeveel zuurstof het lichaam van de mens maximaal per minuut kan opnemen. De zuurstof zorgt ervoor dat koolhydraten en vetten worden verbrand in de spieren. Bij sporters wordt het zuurstofverbruik gemeten op het moment dat ook de maximale prestatie wordt neergezet. De VO2max is per persoon verschillend en houdt in, dat hoe hoger de VO2max is bij de sporter, hoe meer talent deze heeft voor de duursport zoals de marathon lopen en wielrennen. Men noemt het ook wel het aerobe uithoudingsvermogen.
Duursport.
Naast aerobe verbranding is er ook anaerobe verbranding. Daar wordt geen zuurstof verbruikt en is alleen geschikt voor de sprint. Secondewerk dus. Ik wil het daar nu even niet over hebben omdat dit niet het doel is van dit artikel. Bovendien gaan we straks naar de duiven die ook duursport bedrijven.
De duursporter is met name afhankelijk van het aerobe uithoudingsvermogen. De energie komt o.a. vrij door de afbraak van koolhydraten tot o.a. glucose. Deze glucose wordt ook weer afgebroken en daarbij komt melkzuur vrij. Deze hoeveelheid melkzuur (lactaat) is afhankelijk van de intensiteit en de duur van de inspanning. De melkzuurconcentratie in het bloed wordt gemeten in millimol per liter bloed, afgekort mmol/l.
Om nog meer energie te verbranden is dus meer zuurstof nodig. In het rode bietensap bevindt zich de stof nitraat en die zorgt ervoor dat er minder zuurstof nodig is om energie vrij te maken. Tijdens dat proces wordt nitraat omgezet in nitriet. Nitriet bestaat uit de atomen zuurstof en stikstof, waardoor er in de spier minder zuurstof nodig is om energie (ATP) te produceren. Volgens onderzoek zou het prestatievermogen toenemen. Nitriet is overigens wel een gevaarlijk goedje. Het is kankerverwekkend.
Onderzoeken
Ik ben eens aan het zoeken geslagen en vond wetenschappelijk getinte informatie. De meeste sites spreken allemaal over een test die eens was gedaan met wielrenners. In dat onderzoek dat onlangs verscheen in Medicine & Science in Sports & Exercise kregen 9 goed getrainde wielrenners een halve liter bietensap en lieten ze 2 uur later een tijdrit van 4 km rijden. De onderzoekers herhaalden de procedure nadat ze de renners nitraatvrije bietensap hadden gegeven. Het nitraatrijke bietensap verminderde de tijd waarin de renners de 4 km aflegden met 2.8 procent.
De onderzoekers boekten soortgelijke resultaten toen ze de renners een tijdrit van 16 km lieten maken. Tja, dat zijn nog eens cijfers. Het lijkt wel EPO komt er nu bij me op. En dan dwalen de gedachten al snel af naar de Tour de France. Hoeveel waarheid kun je er aan hechten? De goed getrainde wielrenners fietsten 36 km per uur tijdens de test. Maar professionele wielrenners fietsen soms toch wel 50 km of 55 km per uur?
Harm Kuipers.
Mijn gedachten gaan uit naar onze ex schaatser wereld kampioen, arts en wetenschapper Harm Kuipers. Hij is nu hoogleraar Bewegingswetenschappen aan de Universiteit Maastricht. Harm deed veel onderzoek over EPO en heeft er een duidelijke mening over. Hij toonde meerdere malen aan dat het gebruik van EPO een veel kleiner effect heeft dan wetenschappers wel willen aannemen. Een stukje van zijn site:
“Er is een grote kloof tussen wetenschap en de praktijk. Wetenschappers proberen objectief waarnemingen te doen en verbanden te leggen met als doel de ‘waarheid’ boven tafel te krijgen. Het resultaat van hun werk wordt regelmatig gepubliceerd in wetenschappelijke bladen. Maar helaas blijft het vaak slechts in die kringen hangen. Om mijn ‘boodschap’ te verspreiden geef ik lezingen en schrijf ik wel eens een artikel in een populair blad, maar daar nemen dan te weinig mensen kennis van. Bovendien: ik heb vaak een teleurstellend verhaal. Het verkoopt niet als ik aantoon dat het effect van doping veel minder groot is dan men suggereert. Men luistert liever naar leuke anekdotes. Ik heb het boek gelezen van Willy Voet, de soigneur van de Festina-wielerploeg. Uit dat boek bleek dat wielrenners er heilig van overtuigd zijn dat doping helpt. Ze geloven écht dat ze niet zonder zouden kunnen. Maar Willy Voet gaf de renner Virenque eens een beetje glucose in plaats van echte doping, en wat gebeurde er? Virenque vlóóg die dag. Oftewel, het placebo-effect bewees zich hier prachtig. Op grotere schaal, dus met flink veel waarnemingen, heb ik het placebo-effect zelf ook waargenomen.”
Breed wordt aangenomen - ook door wetenschapper Perneger - dat de VO2max bepalend is voor wielerprestaties. Om duurprestaties te verbeteren moet EPO dan de VO2max verhogen ( net als de rode bietensap middels nitraat). En dat doet het - volgens de epidemioloog - met 7%, waardoor renners 1 km/uur harder fietsen, De wielermannen kunnen dus dan hun prestaties met 2,8% laten stijgen en flink wat harder fietsen.
Gaan we naar Bram Brouwer. Hij was 30 jaar schaatstrainer, een van de eerste gediplomeerde wielrentrainers in Nederland. Hij studeerde aan de Open Universiteit in 2009 cum laude af als arbeid- en organisatiepsycholoog op het onderwerp ‘Doping als drogreden’ en behaalde de basisaantekening sportpsychologie.
De waardes van Pegener zijn gepubliceerd in belangrijke wetenschappelijke bladen en worden nog steeds voor waar versleten. En omdat iedereen elkaar altijd maar zit na te praten , ontstaat consensus over de epo effecten, en die worden dan niet meer ter discussie gesteld.
Bram Brouwer:
Om profijt van epo te hebben moeten renners na gebruik ervan beter presteren, ofwel: langduriger harder kunnen fietsen. Breed wordt aangenomen - ook door Perneger - dat de VO2max bepalend is voor wielerprestaties. Om duurprestaties te verbeteren moet epo dan de VO2max verhogen. En dat doet het - volgens de epidemioloog - met 7%, waardoor renners 1 km per uur harder fietsen.
Deze redenering komt al snel in de problemen. Inspanningsfysiologische leerboeken zeggen dat sporters VO2max-inspanningen hooguit 10 minuten kunnen volhouden. Daarna moeten ze hun inspanning verlagen om verzuring te voorkomen. Het belang van de VO2max neemt dan snel af. Verder stelt hij: Vervolgens ontstaat een nieuw probleem. Als 2,8% gelijk is aan 1 km per uur, is de uitgangssnelheid was 36 km per uur (!....). Die snelheid staat echter ver af van de VO2max-snelheid van beroepsrenners (geschat op rond de 55 km per uur), vanwege de bijna derdemachtsrelatie tussen snelheid en benodigd vermogen bij fietsen. Bij 10 km per uur kost 5 km per uur harder fietsen ‘slechts’ 15 watt extra, bij 25 km per uur is dat 55 watt, en bij 55 km per uur zelfs 205 watt. Pernegers 1 km per uur bij 36 km per uur levert bij 55 km per uur minder dan 0,5 km per uur snelheidswinst op. Dat vermeende 0,5% voordeel geldt vervolgens slechts voor een renner op kop. Zijn collega’s, uit de wind, hebben een onbetwist voordeel van 26% (twee renners) tot 40% (peloton).
Tot zover enkele gedachten van twee mensen van de praktijk. Ik weet dat ik onvolledig ben maar ik heb je even willen laten proeven aan de theorie en praktijk. Hoe zich dat allemaal vertaald naar onze rode bietensap?
De anti-climax …. Hou je vast!
Hmmm… dezelfde snelheidstest van de wielrenners met epo en dezelfde 2,8% voordeel als bij bietensap. Zeker toevallig…... Maximaal 10 minuten boven de VO2max presteren…. Hoe zal dat gaan bij duiven? Bij de duiven die op kop vliegen en die zich in het “peloton” bevinden? Vliegen die ook boven hun VO2max? Kunnen wij ze daartoe aanzetten in de lucht? Duiven verzuren eigenlijk niet omdat ze maar gedurende korte tijd op koolhydraten vliegen. Vetverbranding levert geen lactaat (melkzuur) op. Net als olie verbrand deze geheel en er blijft alleen waterstof over.
Of deze mannen nou wel of geen gelijk hebben, dat is in feite niet van belang. Want we komen tot de oplossing van dit verhaal. Alles wordt gedaan om een betere zuurstoftransport te realiseren. Dat kan via meer rode bloedlichaampjes (epo) of wellicht ook doordat er minder zuurstof is om beter te presteren ( rode bietensap) … Nou, daar komtie dan!!
Zuurstofvoorziening bij postduiven.
We hadden het steeds over mensen en menselijke sporten. Mij is geen enkel onderzoek bekend dat rode bietensap duiven beter laat presteren en er zijn mij geen testen bekend. Wat zou daar de reden voor moeten zijn? Minder zuurstof nodig voor meer prestatie. Zuurstof is daarvoor de basis nietwaar?
Zuurstof is het belangrijkste supplement en een zeer omstreden begrip in de sport in het algemeen. De longen zorgen voor de overdracht van zuurstof De rode bloedcellen (met hemoglobine) brengen ze naar de spier en het myoglobine in de spier zorgt voor de zuurstofopname. Mensen hebben een hematocrietwaarde van 42 tot 45 in het bloed. Kom je boven de 50, ben je verdacht van dopinggebruik. Duiven hebben al van nature een hematocrietwaarde van 65. Goeiemiddag… Wie lust er nog peultjes? Of bietjes?
De longen van duiven
We kijken naar het onderzoeksrapport van dierenarts dr. R. Lankriet:
“De longen van duiven zijn heel anders dan van mensen of zoogdieren. Duivenlongen zijn vele malen efficiënter. Hoe dat komt? Mensen en ook zoogdieren hebben longalveolen. Als wij sporten komen we snel zuurstof tekort. Bij duiven werkt dat heel anders. Daar vindt een constante uitwisseling van zuurstof plaats. Dit komt omdat duiven beschikken over een ander systeem met luchtzakken en uiterst kleine “luchtvaatjes”
Bij mensen vindt de zuurstof uitwisseling plaats door longalveolen. Dat zijn longblaasjes die omringd zijn door bloedvaten. De zuurstofrijke lucht is maar kort aanwezig in de alveolen.
Bij vogels, en dus ook bij duiven is er een voortdurende luchtstroom in de kleine “luchtvaatjes”. Dat worden de luchtcapillairen genoemd in medische terminologie. Door een ingewikkeld systeem van luchtwegen van en naar luchtzakken, bevat deze luchtstroom steeds verse lucht. Dit zowel bij inademen als bij het uitademen.
De lucht in de buikluchtzak heeft namelijk nog niet door de longen gemoeten bij inademing. Deze zuurstofrijke lucht gaat WEL DOOR de longen bij uitademing. Bij inademing komt de lucht die dóór de longen gaat terecht in de voorste luchtzakken en passeert in mindere mate door de longen bij uitademing. Op die manier ontstaat een zeer ingenieus respiratiesysteem met een voortdurende passage van verse lucht door de longen van de duif.
Kijken we naar de zuurstofweg die bij duiven wordt afgelegd, dan is zeer waarschijnlijk de hoeveelheid myoglobine in de rode spieren van het grootste belang. Als we duiven goed voer geven, dan is dit volledig genetisch bepaald. Het is van buitenaf niet te beïnvloeden. Het enige wat je kunt doen is betere duiven kweken met meer rode spiervezels en dus ook meer opname van zuurstof en voedingsstoffen in de rode spiercellen. Het is bekend dat duiven zeer donkere spieren hebben. Dit wordt veroorzaakt door de zeer hoge myoglobine. Kippen hebben b.v. alleen witte spieren en hebben daardoor zeer weinig myoglobine. Daarom zullen kippen dus ook zeer snel melkzuur opstapelen en pijn voelen bij inspanning.
Onze duiven zijn reeds door selectie volledig geoptimaliseerd in hun zuurstofmetabolisme. Vandaar ook dat ze in staat zijn om tot zulke ongelofelijke prestaties te komen. Dat sommige topduiven op de fondvluchten nog zo fris kunnen thuiskomen, is daar het beste bewijs van. Bij deze topduiven kan er aan het zuurstofmetabolisme niets meer veranderd worden. Enkel door voort te kweken kan men die eigenschap behouden. Topduiven zijn een combinatie van ideale (erfelijke) eigenschappen. Daar naartoe kweken is de beste garantie voor voldoening in onze mooie sport”. Aldus Dr. Ruben Lankriet.
Ik hoop dat ik u enig inzicht heb kunnen geven hoe dingen werken in theorie en praktijk. Nu maar afwachten wat het rode sap zal gaat doen in Nederland. Ik weet het eigenlijk al. Maar voor degene die toch graag, zonder gesmeer, nitriet wil geven maar niet de hoofdprijs willen betalen? Kijk eens naar een filmpje van uw jeugd periode “ Popeye the sailorman” Gewoon spinazie aan de duiven geven. Spinazie bevat meer nitraat dan rode bieten sap. Veel goedkoper en zeker zo lekker voor de duiven.
Eet smakelijk.
Willem Mulder.
Het lijkt er op dat ik de laatste tijd steeds meer een behoorlijk negatief beeld van de duivensport naar de buitenwereld breng. Ik krijg ook nogal wat reacties van duivenliefhebbers die zich afvragen of ik van plan ben met de duivensport te stoppen. Zeker nu het gerucht gaat dat één van de beste spelers in mijn regio ook gaat stoppen, na ruim 50 jaar duivensport op hoog niveau.
Nee, ik ben niet van plan om er mee te stoppen maar ga het wel wat anders aanpakken. Ik heb er jaren terug al eens uitgebreid over geschreven en helaas zijn mijn voorspellingen al aardig uitgekomen en nog steeds aan het uitkomen.
Onze duivensport is zo hard aan het veranderen dat ik moet inzien dat ik heel veel los moet laten wat ik eigenlijk niet los wil laten. Waar ik van hou en dus ook ga missen. Het jonge duiven spel is hier van een prachtig voorbeeld. We hebben eigenlijk een leven lang leuk meegedraaid met de jonge duiven en daar is in Zuid-Holland nu echt een einde aangekomen. Duivenliefhebbers die nog een beetje in het vlieglijntje van de massa wonen kunnen nog een prijsje winnen maar voor het gros van de modale liefhebbers is het gedaan met het jonge duivenspel.
De commercie heeft genadeloos toegeslagen. Jarenlang heeft één bepaalde Zuid Hollandse duivensporter als koning één oog in het land der blinden de scepter mogen zwaaien. Hij deed dat met een massa jonge duiven en een nog al extreme aanpak. Maar er is iets aan het veranderen. Hij heeft namelijk concurrentie gekregen van nog enkele liefhebbers die het op dezelfde manier hebben aangepakt. In forums riep koning één oog altijd luid en duidelijk “als jullie echt het willen kunnen jullie dat ook” Nou vond ik die uitspraak altijd heel kort door de bocht. Want elk jaar 300 jongen kweken is voor 99% van de liefhebbers sowieso niet te realiseren. Maar er zijn er nu toch enkelen die het ook zo hebben aangepakt.
Het gevolg hebben we dit weekend gezien op Pont st Max, de 1e midfond vlucht in afd. 5 met de jonge duiven. Er stonden meer dan 20.000 jonge duiven in concours en de eerste 13 prijzen waren voor 4 liefhebbers. Dat zijn 4 commerciële liefhebbers die het op diezelfde manier hebben aangepakt. Wat zien we verder, deze 4 liefhebber korven samen 619 duiven in en komen op een gemiddelde van 165 jonge duiven per liefhebber.
En dit is nog maar het begin want er liggen er nog een paar op de loer, die dit ook kunnen en gaan doen. En dan bedoel ik financieel gezien want wat dit kost is ook voor jan modaal echt niet op te brengen.
Is duivensport een sport? Dat is het voor de meesten onder ons wel dacht ik. Dan ga ik er van uit dat er ook spelregels zijn. Die spelregels zijn nooit bijgesteld of aangepast en dit is dus het gevolg. Een handje vol commerciële liefhebbers domineren heel de duivensport en zorgen ervoor dat er voor het gros van de liefhebbers geen reet meer aan is.
Ik ben zo’n liefhebber!! , vitesse? Kun je hier vergeten en al heb je hier de beste vitesse duiven van de wereld Zolang we op Duffel (90 km) 3 minuten voor onze duiven arriveren in Krimpen aan de Lek de duiven van de regio Gouda (onze concurrenten) al zien overkomen, dan weet je wel hoe laat het is. Ook op de midfond wordt je er hier aan alle kanten van afgevlogen omdat je steeds tegen groepen stayerende duiven moet vliegen. En tegen koppeltjes stayerende duiven met dezelfde bestemming is het voor een individuele duif niet te doen. Een koppel duiven met dezelfde bestemming vliegt altijd harder dan één duif alleen. Dat zelfde verschijnsel zien we ook al op de dagfond en als je het niet gelooft, kijk dan maar naar de uitslagen.
Ik zelf presteer al jaren het beste op de dagfond als we nationaal vliegen en de duiven door elkaar komen tijdens het vertrek en mijn duiven niet tegen groepen stayerende duiven hoeven te vliegen.
De jonge duiven? Gewoon een kansloze missie tegen de profs. Dus wat blijft er dan nog over? Wat blijft er over van de hele duivensport hier in de regio? Waarom ik niet, net als mijn grootste sportieve concurrent de handdoek in de ring gooi? Omdat ik oprecht hoop dat er ooit iets gaat veranderen en er wordt ingezien dat dit zo niet langer kan. Voor mij is duivensport op dit moment heel veel werk en heel veel kosten waar ik op sportief gebied niets voor terug krijg. De liefde voor de duif, het kweken van nieuwe talenten en de hoop op verandering houd mij nog in de duivensport.
Laat afd. 5 een voorbeeld voor de rest van Nederland zijn want geloof me ,al heb je de beste duiven van de wereld en speel je de sterren van de hemel waar je nu woont. Het is hier in afd. 5 echt een beetje anders.
Laten we met elkaar gewoon eerlijke spelregels creëren ,zodat de duivensport weer terug een leuk spel wordt voor iedereen. Laten we er vooral voor waken dat de ruif die gevuld wordt door de passie van alle Nederlandse duivenliefhebbers voor hun sport, niet heel snel wordt leeg gevreten door een handjevol individuen, die van onze mooie sport een verdienmodel hebben gemaakt.
Ken je nog de slogan van vroeger op onze auto’s? “Duivensport een fijne hobby!!” Ik hoop misschien ooit weer.
Henk Vink - COMBINATIE VAN LEEUWEN & ZN UIT REEUWIJK TRIOMFEERT MET NACHTELIJKE AANKOMST OP BERGERAC
FOND IN HET GROENE HART
NIC DE SNELVLUCHT BODEGRAVEN 1714
COMBINATIE VAN LEEUWEN & ZN UIT REEUWIJK TRIOMFEERT MET NACHTELIJKE AANKOMST OP BERGERAC
Maar liefst 25 deelnemers hadden het mooie aantal van 380 duiven ingekorfd voor de seizoenafsluiter Bergerac. Na een dag uitstel werden de duiven in Bergerac om 13.30 uur gelost. Ook nu zorgden de omstandigheden voor nachtelijke aankomsten in het hele land maar achteraf duurde het toch nog vrij lang voordat het concours kon worden gesloten. De vele buien hebben de duiven blijkbaar toch parten gespeeld op het gemiddeld 870 kilometer lange traject huiswaarts. Verrassend en glorieus winnaar werd Evert van Leeuwen uit Reeuwijk vliegend onder de naam Comb. Van Leeuwen & Zn. Van jongs af aan was Evert een verdienstelijk marathonspeler maar nu wordt al jaren het programma gespeeld met de nadruk op de dagfond. Twee jaar terug was hij nog de te kloppen man op de nationale vluchten. Rekening houdend met de omstandigheden werden 5 jaarling duivinnen ingekorfd waarvan er één – NL-22-8460763 – als eerste van de 380 ingekorfde duiven haar hok bereikte, nl. om 02.01.00 uur. Voorwaar een formidabele prestatie. Binnen ons inkorfcentrum vielen er nog 3 duiven in het nachtelijk duister en binnen de zgn. neutralisatietijd. Uiteindelijk arriveerde de laatste prijsduif pas om 11.29 uur en dat was tegenvallend en een bewijs dat de duiven het niet echt gemakkelijk hebben gehad. Dit was de laatste marathonvlucht dit jaar in ons NIC. Bij deze wil ik namens de commissie iedereen bedanken voor de komst naar ons lokaal en alle werkers voor hun inzet dat er voor zorgden dat e.e.a. weer gladjes verliep. Keizer kampioen is dit jaar geworden Gerard Griffioen uit Zevenhoven en daar maken wij een diepe buiging voor. Gerard, van harte proficiat. Alle winnaars zullen in februari worden gehuldigd op onze welbekende fondmiddag.
NIC de Snelvlucht Bodegraven 1714, Bergerac 380 duiven, 25 deelnemers.
De eerste twintig van de uitslag:
1 Comb. Van Leeuwen & Zn ( Reeuwijk ); 2-4-20 Theo Wijfjes ( Nieuwveen ); 3 Willem van der Velden ( Boskoop ); 5 Cees Polfliet ( Moordrecht ); 6 Henk Gerritsen ( Woerden ); 7-8-9 Mario de Vogel ( Bodegraven ); 10 Bert de Graaf ( Alphen a/d Rijn ); 11-13 Gerard Griffioen ( Zevenhoven ); 12 Huub Kuyf ( Nieuwkoop ); 14-16 John Rimmelzwaan ( Alphen a/d Rijn ); 15 Comb. Schouten ( Nieuwveen ); 17 Ben Koole ( Moerkapelle ); 18 Paul v/d Boogaard ( Kamerik ); 19 Stephan Gobel & Hans v/d Sluis ( Zwammerdam )
Henk Vink
We blijven maar het heen en weer krijgen van het geel bij onze duiven. Het is vaak de aanstichter van
andere ziektes en ongemakken. Daarom is het bestrijden hiervan een regelmatige bezigheid
geworden van de duivenliefhebber. Als het koud is, heb je er niet echt last van, maar oh wee als de
temperaturen oplopen. Vooral in deze zomermaanden zie je veel problemen.
Er zijn een aantal hokken die het rigoureus aanpakken. Zij selecteren duiven die regelmatig geel
krijgen systematisch uit hun duivenbestand. Goed gevlogen of niet, weg ermee. Er wordt niet
gekeken naar de afkomst, stamboom of geld wat voor de duif werd betaald. Ja, zo kom je er op den
duur inderdaad van af. Maar de meesten onder ons zweten met het fenomeen “ het geel” of wel
trichomonas. De veeartsen hebben het er maar goed bij, want vele zakjes en potjes verwisselen
jaarlijks van eigenaar.
Kan het dan niet anders?
Natuurlijk liggen er wel mogelijkheden. Het geel is een zweepdiertje, dat zichzelf kan bevruchten. Zo
vermenigvuldigt het snel als de temperaturen boven de 15 graden komen. Een van de beste
natuurlijke middelen is het Usneazuur, ook wel baartvlechten genoemd. Dr. ST. Dreyer heeft en een
rapport over geschreven. Ik zal proberen het een en ander duidelijk te maken.
Wat zijn Usnea baardvlechten?
Baardvlechten zijn volgens hem een symbiose uit algen en schimmels. Iedere vlecht bestaat uit een
gemeenschappelijk co-existentie en gezamenlijke groei als een algensoort en een schimmelsoort. De
intensieve verbinding van alg en schimmel zorgen voor dusdanige typische eigenschappen, dat de
wetenschappelijke plantkundigen een eigen plantengroep, een vlecht eruit gemaakt hebben. We
onderscheiden 3 groepen: bladvlechten, korstvlechten en struikvlechten.
We moeten de struikvlechten het meest in het zonnetje zetten. Deze vlechten hebben een ronde
structuur en hiertoe behoort o.a. de baardvlecht. Er moet worden gezegd, dat tot deze groep
meerdere geslachten behoren. De soort Usnea Bartata ( de wetenschappelijke naam) is een speciale alg / schimmel soort, die erg stevig is. De vlechten zijn langzame groeiers , waardoor ze niet
goedkoop zijn voor medisch gebruik. Natuurgenezers hadden al heel lang belangstelling voor deze
plant. Plantgeneeskundigen uit het oude China en Egypte gebruikten aantoonbaar verschillende
vlechten om ziektes te genezen.
De modernere onderzoekers zochten naar de inhoud stoffen. Wat was het bijzondere van deze
planten? Want we willen tegenwoordig alles kunnen bewijzen. Bij de baardvlechten werden
verschillende werkzame stoffen en kleurstoffen ontdekt.
Usneazuur.
Het Usneazuur werd als een bitterstof gekenmerkt en heeft een behoorlijke antibiotische werking.
Usnea bestrijdt ziekmakende bacteriën en soortgelijke negatieve kiemen. Naast de stimulerende
werking van het verteringssappen werkt het ook als smaakversterker (door de bittere smaak van de geheel gedroogde planten) en worden darmziektes bestreden. Met name daar, waar de schadelijke kiemen de overhand hebben.?
Natuurkundige geschriften noemen met name de werkzaamheid op de slijmhuid en een verhoogde
natuurlijke resistentie tegen verkoudheid of luchtwegaandoeningen. De gunstige beïnvloeding van
het natuurlijke afweersysteem en verhoging van het immuunsysteem was niet alleen verklaarbaar
door het Usneazuur. Er werden verbindingen uit Polysacharides ( bepaalde soorten suikers)
gevonden die we momenteel in het kankeronderzoek kunnen terugvinden .
Trekvogels.
Het samengaan van alg en schimmel is in staat om veel voor mens en dier te betekenen. We zien in
de vrije natuur, dat trekvogels die in de zomer vlechten opnemen schitterend ruien. Ook vele
rendieren en Noorse weidedieren eten er veel van. Dit alles duidt op de goede werking van de
baardvlechten.
Nou, best een moeilijk verhaal vind je ook niet? Maar we zien, dat de natuur veel in zich heeft om
ziektes op natuurlijke wijze te bestrijden of te voorkomen. Ik herinner me plotseling weer aan de
huidziektes en eczemen van paarden die we hier in Nederland houden. Vele dieren hebben ziektes
onder de leden en worden niet genezen. Een van de oorzaken zou de eenzijdige voeding kunnen zijn.
Het gras in de weide in van vaak van 1 of enkele soorten. “Onkruiden” worden met gif bestreden
want we willen geen rommeltje maken van onze mooie weide. In het gras bevinden zich vaak
Mycotoxines. Dat zijn de afvalstoffen van bepaalde schimmels en die zijn bijzonder giftig en ook
moeilijk te bestrijden. Paarden eten veel gras en zodoende krijgen ze daar veel van binnen. Doordat
paarden een lang darmstelsel hebben, hebben ze daar ook vaak veel last van. Zo ontstaan er de
bekende huidziektes zoals mok. De dierenarts schrijft een zalfje voor en het probleem lijkt voor even
opgelost. Maar na enige tijd is het weer mis. Dat komt, omdat de oorzaak niet wordt bestreden,
alleen de uiterlijke kenmerken.
Een grote groep paarden met huidziektes werd eens voor onderzoek naar hun oorspronkelijke
steppengebied in Mexico gebracht, waar allerlei kruiden en grassen groeien. Ze hadden daar alle
vrijheid en konden eten waar en wat ze wilden. De paarden werden allemaal gechipt met een gps
chip. Een paar maanden later werden de paarden weer opgespoord en gevangen. Ze bleken allemaal
weer kerngezond te zijn. Geen last meer van mok of andere huisaandoeningen. Hoe kan zoiets? Wat
kunnen hiervan leren? Moeten we hier dan maar steeds doorgaan onze beperkende ideeën en onze
antibiotica?
Terug naar de natuur?
En hoe zit het met de duiven? In onze westerse landen moeten de doseringen van geneesmiddelen
omhoog om nog voldoende resultaat te verkrijgen. Is dat de weg die we moeten gaan? Of is er toch
nog een weg terug? Terug naar de natuur misschien? Terug naar baardmossen met Usneazuur, die
gewoon in de natuur groeien? Nee, ik wil niet roomser dan de paus zijn. Uiteraard dienen we de
duiven wel goed te controleren door een gespecialiseerde dierenarts. Er als er echt iets is, zullen we
de duiven moeten kuren. Maar we hebben het hier over het voorkomen van!!!
Nieuwe Europese wetgeving.
Usneazuur voorkomt luchtwegproblemen en het geel. De belangrijkste problemen bij onze duiven.
Maar dat mag je tegenwoordig niet meer op de verpakking zetten of er op andere wijze reclame voor
maken. Dan komt de overheid meteen met: bewijs dat maar eens. Even een wetenschappelijk bewijs ?
overhandigen. En dat kost tienduizenden euro ´s. Per product. Dat kan niemand betalen in deze kleine
groep van duivensport. Dus worden de beschrijvingen op het etiket vaak heel onduidelijk. Zo van: kan helpen bij........, of ondersteunt dit en dat, stimuleert die en die werking...... Heel vaag allemaal. Maar de overheid wil het zo. Alleen multinationals kunnen zich dergelijke onderzoeken veroorloven. Het is maar dat je het weet. Alleen als schrijver van artikelen mag je wel je in volle vrijheid je mening geven en er over schrijven. Daar maak ik dan ook even dankbaar gebruik van. Want op deze manier kunnen we onze duiven mooi op een natuurlijke manier gezond houden. Denk er maar eens over na.
Dit onderwerp houdt de gemoederen nogal bezig. Zo was er afgelopen week op Facebook een discussie of twee witogers wel met kans op succes op elkaar gezet kunnen worden. Ik meng me niet zo vaak in dit soort discussies, maar aan deze discussie heb ik wel meegedaan. G.J. H. een goede marathonspeler deelde mee dat hij een paar interessante koppelingen had gemaakt. De foto’s van de duiven met ogen (beide witogers) waren hierbij afgebeeld. H.Z. een andere marathonspeler die zijn sporen ook zeker verdiend heeft, plaatste een opmerking waarin hij liet doorschemeren weinig vertrouwen in deze koppeling te hebben, daar het hier twee witogers betrof. F. Een bekende kampioen op de midfond en dagfond liet vervolgens weten dat hij meerdere toppers uit twee witogers had gekweekt.
Zelf heb ik door de jaren heen op een groot aantal hokken een veel groter percentage toppers geboren zien worden uit koppels van een witoger tegen een geeloger. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er uit twee witogers geen toppers kunnen worden gekweekt. Er zijn voorbeelden genoeg! Alleen het percentage goede duiven dat uit zo’n koppel geboren wordt ligt doorgaans lager. En dat geldt zeker voor de volgende generatie. Omdat ik altijd zoveel mogelijk op safe wil spelen, hetgeen in de duivensport al bijna onmogelijk is, adviseer ik dan ook altijd om zoveel als mogelijk twee verschillende oogkleuren op elkaar te zetten. De achterliggende gedachte hierbij is om zo min mogelijk afvallers te kweken en de kans op een topper in het nageslacht zo groot mogelijk te laten zijn. In het voorbeeld van G.J.H. waarbij het gaat om twee witogers met “rijke” ogen sluit ik zeker niet uit dat er bruikbare tot goede jongen uit gekweekt zullen worden. En het doel dat hem met deze koppeling voor ogen staat, namelijk genetisch materiaal bewaren van al wat ouder wordende topduiven, kan ik zeer goed volgen. De tijd zal uitwijzen of deze koppeling succesvol zal zijn.
Duiven hebben ook een belangrijke rol gespeeld tijdens de wereldoorlogen. Zo werden tijdens WO I in 1914 70.000 duiven opgeëist die samengebracht werden in het Brusselse Jubelpark. Datzelfde jaar verbood men trouwens ook om nog duiven te laten vliegen omdat men bang was voor spionageactiviteiten. Tijdens WO II werden er krachtens een verordening van 1942 1.200.000 postduiven afgemaakt in Nederland. Bovendien werden 16.500 Engelse duiven in Frankrijk gedropt.
De duivensport is tot heden nog een zeer geliefde bezigheid in ons land. Regelmatig vliegen duiven verloren of is het alleszins zo dat ze niet meer in rechte of korte lijn vliegen. Hoe dit komt is nog een raadsel .
Duivenringen van 1888 - 2016
De uitvinder van duivenringen was Jean Rosoor uit Lille (Frankrijk) in 1888,deze duivenringen waren vervaardigd uit caoutchouc(rubber). Daar opvolgend werden de duivenringen vervaardigd uit koper met een e-mail laagje en later in aluminium en dan kwam de plexiglas aluminium ring met een gamma van verschillende kleuren die tot heden nog altijd in gebruik zijn. De oudste duivenringen dateren van na 18.. over de juiste datering is er nog geen zekerheid. Voor 1922 werden de duivenringen door de plaatselijke verenigingen vervaardigd. De eerste officiele Belgische bondsringen waren van 1911 (vermelding FCB (Fédération Colombophile Belge). Een nieuwe wet uit 1922-1923 verplichte ieder zijn duif te ringen met officiële duivenbond-ringen. Het eerste eigendomsbewijs zijn door de Koninklijke Belgische bond voor Duivenliefhebbers in 1923 uitgereikt. Deze eigendomsbewijs werd per ring toegekend en voor het eerst verdeeld in 1923 door de FCB (Fédération Colombophile Belge) KBDB (Koninklijke Belgische Duiven Bond).
Duiven ring met rest van pootje
Gevonden Belgische duivenringen .
Andere ringen
Het uitgangspunt hierbij is het bevorderen van de gezondheid van de duiven door middel van de verstrekking van voedingssupplementen. Dit zijn natuurlijke voedingsstoffen die bijdragen aan een optimale gezondheid. Zowel tijdens de rui-, kweek- en vluchtperiodes bevorderen deze supplementen het welzijn én de vorm van de duiven, waardoor ze beter presteren. Deze voedingssupplementen zijn dan ook geen diergeneesmiddelen, maar juist hulpstoffen die het gebruik van bijvoorbeeld antibiotica en chemotherapeutica kunnen helpen voorkomen en verminderen. Daardoor wordt de kans op ziekte-uitbraken kleiner.
In (West-)Europa houden weinig dierenartsen en klinieken zich serieus bezig met de medische begeleiding van duiven. De duivensport is voor veel dierenartsen niet direct het meest boeiende aspect van hun beroep. Indien nodig worden medicijnen voorgeschreven, maar of deze aansluiten bij de behoeften van de hedendaagse duivensport is echter zeer de vraag.
Nog steeds worden medicijnen verstrekt volgens doseringen en overleveringen uit de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw. Inmiddels zijn de wetenschappelijke inzichten t.a.v. infecties door bacteriën, virussen en parasieten sterk verbeterd. De resistentie van bacteriën en protozoën vereist bijvoorbeeld aangepaste doseringen.
De meeste dierenartsen oriënteren zich vooral op de reguliere diergeneeskunde bij de medische begeleiding van de duivensport. Hierin staat de genezing van zieke dieren centraal. Bij ziekte wordt meestal een medicijn voorgeschreven, bijvoorbeeld een wormmiddel of een antibioticum, met als doel de ziekteverwekker zo snel mogelijk te doden. Dit streven om de oorzaak van de ellende bij de patiënten zo snel mogelijk uit te schakelen, heeft uiteraard onze volledige steun.
Een stap verder
Wij gaan echter een stap verder in de begeleiding van de duivensport. In de afgelopen ruim 35 jaar heeft het Diergeneeskundig Centrum Beek naar nieuwe wegen gezocht die bijdragen aan de algemene, natuurlijke afweer van de duiven. Daardoor kunnen bijvoorbeeld de negatieve gevolgen van een infectie sneller verwerkt worden. Het uitgangspunt van de Bony Farma voedingssupplementen is het scheppen van een milieu dat de natuurlijke afweer optimaal ondersteunt waardoor de kans op ziekte minimaal is. De marges tussen winst en verlies zijn in de moderne duivensport uitermate klein. Het is dus van het grootste belang om zo min mogelijk aan het toeval over te laten.
Hierbij wordt zo dicht mogelijk bij de natuur gebleven en volop gebruik gemaakt van de mogelijkheden die deze natuur ons biedt. De Bony Farma producten zijn daarom veelal gebaseerd op een variëteit en combinatie van voedingsstoffen en kruiden die de afweer ondersteunen, luchtwegen en darmflora verbeteren en de prestaties bevorderen.
Kort samengevat komt onze filosofie met betrekking tot de duivensport neer op een samenwerking tussen de reguliere medische wetenschap (medicijnen) en een natuurlijke aanpak (kruiden).
De rode draad in de natuurlijke aanpak van de duivensport wordt gevormd door Bony S.G.R., een weerstandsdrank en tevens een verzurende kruidendrank.
Consequente en geregelde verstrekking van deze verzurende kruidendrank draagt er in sterke mate aan bij dat (jonge) duiven gezonder opgroeien, krachtiger worden en in het algemeen minder medicatie nodig hebben. Hun afweersysteem ontwikkelt zich beter doordat ze wél de kinderziektes meemaken maar vaak géén symptomen vertonen. Er wordt daardoor minder energie gestopt in de bestrijding van ziektes. Energie die nodig is voor de optimale uitgroei tot sterke duiven in topvorm!
De Bony Farma productreeks bevat daarnaast tal van voedingssupplementen die op natuurlijke wijze de gezondheid van duiven ondersteunen. Alom bekend zijn inmiddels de Bony Omega 3 Vliegolie, Bony Omega 3 Vliegolie Octa 20.000 met o.a. octacosanol, Bony Omega 3 Nucleovit met o.a. nucleotiden, Bony Omega 3 Kweekolie met een hoog gehalte aan EPA en DHA en Bony Omega Vliegolie 2.0.
De Basis
De Bony Farma producten zijn ontwikkeld ter ondersteuning van gezonde duiven. Tijdens de rui-, de kweek- en de vluchtperiodes ondersteunen ze het welzijn en verbeteren de vorm, waardoor de duiven tot grotere prestaties in staat zijn.
Deze supplementen dienen echter niet om onderliggende oorzaken te verbergen. Bij ziekte zal een gerichte behandeling voor genezing moeten zorgen. Daarbij kunnen de voedingssupplementen van nut zijn om het herstel te bevorderen door verbetering van de gezondheid en ondersteuning van lichaamseigen afweer.
ALLERLEI VAN NARBONNE TOT PERPIGNAN !!
Het seizoen nadert het einde, tot verrassing van iedereen was het aantal duiven op Marseille 2023 ruim 800 meer dan in 2022. Even terug naar Narbonne, waarom pas om 8 uur los en niet om 7, v.l.g.s. de mensen ter plekke was het om 7 uur niet goed genoeg opgeklaard om te lossen, zie in deze ook het lossingsbericht op de ZLU site van onze voorzitter. De vooruitzichten waren beter dan op vrijdag en zaterdag, de buien op zondag lagen sneller over Nederland dan verwacht. Triest maar waar. Het concours is een van de snelste ZLU vluchten van dit jaar maar desalniettemin voor onze sportvrienden op verdere afstand ondoenlijk om fatsoenlijk aan de bak te komen.
.

.
ook de ZLU had dit graag anders gezien !
.

.
Pas 12 jaar geleden en toch alweer een foto uit de oude doos, Facebook was toen nog Chinees voor ons !! Topper van toen, topper van nu !!
.

.
Alsnog werd er weer massaal ingekorfd voor Perpignan in de hoop op een mooiere vlucht, tot nu ( vrijdagmorgen ) toe zie ik het duister in.
.

.
Massale inkorvingen ook in Noord Frankrijk alwaar de leden van de LCIF ons elke vlucht de loef proberen af te steken.
.

.

.

.
.

.
.

.

.
.

.

.
.
BENNIE HOMMA, BALK SLAAT OP PERPIGNAN 2023
ONGEZIEN ZIJN SLAG MET DE PRIJZEN 1, 3 EN 4 NATIONAAL EN INTERNATIONAAL!
.

.
Ja, wat blijven de internationale fondvluchten toch bijzondere vluchten. Voorspellingen op voorhand zijn vaak amper te doen. We kijken naar de weersomstandigheden en vooral naar de wind op de vliegroute om een inschatting te kunnen maken. Verandert de wind onderweg zodat de voorvlucht of overvlucht voordeel kan pakken? Waait er een stevige noordenwind en is de overvlucht bij voorbaat kansloos en is Frankrijk met alles weg? Of kunnen de duiven hogere snelheden in België en Nederland maken en wellicht in de nacht wat ‘meepikken´ zodat er volop kansen voor de overvlucht zijn om de snelste duiven te klokken? Nu Perpignan 2023 had weer veel spektakel in huis? Met glorie voor de ene kant en wellicht zure gezichten aan de andere kant. Maar wie had op voorhand kunnen voorspellen dat het vluchtverloop zo zou gaan lopen en uitpakken? De lossing van Perpignan 2023 liet lang op zich wachten en na drie dagen uitstel kregen de duiven op maandagmorgen 7 augustus om 7.15 uur gelukkig toch nog hun vrijheid. Regenzones boven Frankrijk konden geen roet meer in het eten gooien. Met een noordwestelijke tot westelijke wind op de route leek het ook niet echt zwaar te worden. Echter de eerste meldingen lieten al geen al te hoge snelheden op de tabellen komen. En heel opmerkelijk kwam de eerste Franse melding helemaal van de westkant. En uiteindelijk zou die duif op 738 km om 19.06 geklokt met een snelheid van 1038 m.p.m. nog de 3e prijs In Frankrijk vliegen en dat toch tegen 4540 duiven. De snelste Franse duif reikte tot 1067 m.p.m. en werd om 20.43 uur op 863 km geklokt tussen Lens en Valenciennes dicht tegen België aan. En voor de neutralisatietijd om 22.18 uur inging werd er ook geen snellere Belgische duif aan de westkant geklokt. Twee Belgische duiven werden de volgende morgen tegen het aflopen van de neutralisatietijd geklokt en wisten de snelste Franse duif te kloppen. En wat deed Nederland? Zouden er duiven in de NT geklokt gaan worden? In onze contreien stond een wat stevigere wind en op veel plaatsen was het een heldere nacht maar dat was wisselend. Het bal van de in de NT geklokte duiven werd in West-Brabantse Hoeven (de geboorteplaats van mijn vader) geopend door de comb. de Pijper met een constatering om 01.06 uur. Op een kortere afstand klokten vader en zoon Stammen in het Limburgse Horn om 2.06 uur. Met een grotere vliegafstand volgde toen Batenburg-v.d. Merwe in de Hoekse Waard in Zuid- Holland. En de vierde in de rij werd de familie van Schijndel en zonen in het Oost-Brabantse Geffen om 02.52 uur en zij klokten om 3.26 uur ook de vijfde duif in tijd. Maar de overvlucht is vanaf Geffen nog ver en tot het aflopen van de NT om 5.49 uur en nog de nodige tijd daarna waren er nog volop kansen voor de ver wonende deelnemers.
In het Friese Balk
Toen er geen Perpignanduiven voor de NT werden geklokt begreep Bennie Homma in het Friese Balk dat de NFO14-regeling niet op de Perpignan een rol kon gaan spelen en daarom zette hij zijn systeem voor de nacht aan terwijl hij die de week ervoor op Narbonne in de NT had uitgeschakeld. Op Narbonnen klokte Bennie Homma in de vroege morgen twee bomvroege duiven die de prijzen 3 en 13 nationaal winnen. Op tijd werd er door Bennie naar bed gegaan met de gedachte dat het moment van klokken in de NT altijd dezelfde snelheid voor zijn duif zou opleveren. Midden in de nacht was hij toch benieuwd hoe de ‘strijd´ in Nederland zich ontwikkelde en keek hij op ZLUWeb en zag daar rond 03.30 uur vier meldingen staan. Er zijn dus duiven die doorvliegen in nachtelijke omstandigheden en dat deed de hoop op een vroege duif in Balk voor hem vergroten. In zijn soort duiven zit nachtvliegen en ze zijn in goede doen dus wat zou mogelijk zijn? Rond 5.20 uur werd er door Bennie opgestaan en beneden gekomen wierp hij een blik op de kleppen van het hok en zag niets zitten. Hij loopt naar de achterdeur en opent die en kijkt op de kleppen en ziet warempel een duif zitten. Het blijkt de NL21-4223083 te zijn die als 3e-getekende naar Perpignan vertrok en nu om 5.36 uur is geklokt en nog binnen de NT. Een snelheid 1284 m.p.m. is uit de bus gekomen en Bennie begreep gelijk dat dit wel een hele grote kanshebber voor het goud moest zijn. Slechts de weinige liefhebbers en duiven op grotere vliegafstanden dan zijn 1160 km maakten nog kans om hem te verslaan. Het Perpignanfeest werd nog meer glans meegeven doordat de 2de duif om 6.17 uur en 3de duif om 6.36 uur geklokt konden worden. En wat moet er niet door je heen gaan als je niet veel later je eigen naam op de 1e, 3e en 4e plaats op de meldingslijst ziet staan? Harold Zwiers in Den Ham wist om 5.21 uur nog juist voor Bennie Homma te klokken en hij heeft met 1128 km ook een hele grote vliegafstand maar wel zo´n 32 km korter. Harold wint het zilver op beide fronten. In de NT zijn op deze Perpignan in Nederland in totaal 17 duiven geklokt.
.

.

.
Topper middaglossingen
Sedert 2000 woont de familie Homma in Balk en wel in de ouderlijke woning van Bennie. Daar begon voor hem de duivensport op 11-jarige leeftijd terwijl hij een week eerder zijn 59ste verjaardag heeft mogen vieren. Van 1990 tot en met 1999 woonde het gezin in Wijckel en daar begonnen de fondsuccessen en daar werden twee nationale zeges in de sector 4 gescoord waaronder die op Bergerac in 1998. In Balk staat na 23 jaar spel op de sectorale middaglossingen de teller op zes stuks waaronder die op St. Vincent en Bergerac. Een karrevracht aan top-10 noteringen in de sector en helemaal in de eigen afdeling sieren de erelijst van Bennie en Loes Homma over de jaren. Een ware topper is zo ‘de Bonte´ en deze duivin van 2013 is de grootmoeder langs vaderkant van Perpignanwinnares. In de afgebeelde stamkaart van de ‘083´ staat ‘de Bonte´ vanzelfsprekend vermeld maar niet haar eigen prestaties. Zo vloog ze de 1e nat. Bergerac in 2018 in de sector 4 maar ook de 3e Cahors en de 4e Limoges in diezelfde sector 4. In haar afstamming zien we mooi de basis van het hok Homma en dat is bij haar langs vaderskant het soort van Herman Brinkman uit Tuk die al in de jaren ´90 werd aangeschaft en nog altijd een belangrijke rol in Balk speelt en langs moederkant een duivin van J. Grootonk uit Bant en zo heeft Bennie over de jaren verschillende duiven in zijn stam ingebracht die in de kweek succes opleverden met zijn eigen basis. Ook twee duivinnen van Koos Steenbeek uit de Bilt zijn succesvol in de kweek geweest. De vader van de ‘083´ is de ‘013´ van 2019 en hij vloog als jaarling al de 7e Limoges tegen 3071 duiven en daarna o.a. de 55e Perpignan tegen 3805 duiven nationaal. Dit seizoen is de ‘013´ nog op Barcelona gespeeld. Bennie korfde dit ar twee duiven op Barcelona en speelde 100 procent prijs aan de plaatsen 920 en 964 tegen 4832 duiven en om 16.41 en 16.55 uur werden ze geklokt met de ‘013´ voorop. ‘Hij mag nog één keer mee en blijft dan voorgoed thuis´, zei Bennie voor Barcelona. Omdat de kweek uit hem al toch best te noemen was en toen niet wetende dat twee dochters van hem later de 1e en 3e nationaal en internationaal Perpignan zouden gaan scoren!
.

.
Focus op de ZLU
Sedert een drietal jaren zijn Bennie en Loes Homma zich op de ZLU-vluchten gaan toeleggen. Alle meerjarige nestduiven gaan naar de ZLU-vluchten en alle jaarlingen worden gespeeld op Ruffec en Bergerac van de afdeling en dat is een grote ploeg. Op de ZLU-vluchten zijn dit jaar grotere ploegen op Pau, Agen, Narbonne en Perpignan gespeeld: 22 op Pau, 35 op Agen oud, 23 op Narbonne en 21 op Perpignan. Op Pau werd met de 42e nationaal begonnen met totaal 6 prijsduiven. Op Agen oud werd met prijs 174 begonnen en staan er 10 in de uitslag. Het was de ‘083´ de Perpignanwinnares die zich in de neutralisatietijd op deze Agen oud om 23.21 uur liet klokken en prijs 174 won. Op Narbonne werd met de prijzen 3, 13, 213 en 354 begonnen en totaal 10 prijsduiven gescoord. Op deze Perpignan pakte Bennie van 10.54 tot en met 13.33 uur nog 5 prijsduiven naast het drietal die absolute duivensporthistorie voor hem geschreven hebben. Op Barcelona had Bennie er dus 2 van de 2 in en op St. Vincent korfde hij ook twee duiven en is prijs 383 tegen 4832 duiven gewonnen. Op Marseille had Bennie er 8 in ‘de strijd´ gebracht en begon hij met de prijzen 135, 177, 185 en 248 en totaal 6 van de 8 als prijsduif. Op de laatste twee ZLU-vluchten kapen Bennie en Loes eventjes 5 vaasjes weg en wie had gedacht dat dit in Friesland mogelijk zou zijn? In 2021 wonnen ze al 3 ZLU-vazen (prijs bij de eerst 25) en vorig jaar ging er eentje naar het Friese Balk.
.

.
Spel
Toen Bennie terug ging naar Balk heeft hij aldaar een nieuwe garage gebouwd met duivenverblijven er bovenop. Dit hok is 10 meter lang en bevat 5 afdelingen waarvan er 3 voor de (oude) vliegers bestemd zijn en waarop zo´n 60 koppels huizen. De deuren tussen die drie afdelingen staan open en er nestelen zich ook koppels op de grond. Verder heeft hij een deel van het tuinhok uit Wijckel naar Balk laten meeverhuizen en daar huizen de kwekers op. Alle duiven behouden hun bak zolang ze tot de vliegploeg behoren. In het voorjaar (half februari) worden de oude duiven van hok gehaald en kunnen de jaarlingen een bak uitzoeken en een koppel vormen. Als die goed hun bak hebben weten te ‘pakken´ komen de ouden terug om alles aan elkaar te laten wennen en daarna worden de twee ploegen iets na elkaar gekoppeld om op nest te komen. Na het seizoen blijven de koppels gewoon altijd bij elkaar en wordt de bak in oktober op half gezet. De geslachten zijn in de voorbereiding ook twee weken uit elkaar geweest om een betere neststand te krijgen maar Bennie zei dit niet van harte te hebben gedaan. Pas eind april en begin mei komen de vliegers voor de eerste keer in de grote mand en dan maken ze zo´n 5 tot 6 vluchten voor het grote werk. Na de eerste grote fondvlucht wordt elke ploeg voor de tweede vlucht een keer gelapt vanuit Almere. Trainen doen de vliegers twee keer per dag en wel in de morgen van 9 tot 10 uur en in de avond zo laat mogelijk ook een uur en wel zo dat het op het einde begin te schemeren. De vlag staat dan op het hok en zodra die door Bennie wordt gestreken vallen de duiven gelijk op de plank en gaan naar binnen. Begin juni zijn twaalf vliegers nagekeken door dierenarts Nanne Wolf in Wezep en bij drie duiven werd een lichte geelbesmetting vastgesteld. Alle duiven kregen daarop een geelpilletje opgestoken.
Moeder
De moeder van ‘083´ en dus ook van de tweede duif en wel de ‘653´ van 2020 was een duivin van 2019. Ze vloog als jaarling prijs van Bergerac maar werd in 2021 verspeeld. De twee zussen stammen dus uit twee duiven van 2019 en als jaarling schonken de ‘653´ het leven en als tweejarigen de winnende ‘083´. In de afkomst van de moeder zien we ook weer de duivin van J. Grootonk uit Bant en de lijn van de ‘Bergerac´. De ‘653´ wist eerder al een keer op een ZLU-vlucht te pieken en wel met de 26e nat. Narbonne in 2021. De derde duivin en wel de ‘082´ van 2019 wist ook op Narbonne te pieken en wel met de 22e nationaal in 2021. Deze duivin heeft als vader een doffer van Dick Letter uit Den Oever en hij is een dochter van de duivin die in 2015 Tarbes in de sector 2 won. De moeder van de ‘082´ is een dochter van de ‘2e Nationale Asduif´ en hem vinden we ook bij de twee zussen in de afstamming terug en die doffer presteerde dat in 2010.
.

.
Elfstedentocht
Het plaatsje Balk (gelegen in de zak van Friesland en wel Gaasterland) ligt aan de route van de beroemde Elfstedentocht. Vanuit Leeuwarden en Sneek wordt naar het zuiden gegaan en over het Slotermeer wordt eerst Sloten zelf aangedaan en dan weer terug naar het Slotermeer gegaan en de richting van Balk geschaatst alwaar de Luts wordt opgegaan en naar de richting Stavoren wordt getrokken. En laat nu onze hoofdpersoon deze tocht ook te hebben geschaatst en wel in 1986. In 1985 wilde Bennie ook meedoen maar toen waren de startbewijzen al uitverkocht toen hij er ook eentje wilde gaan bemachtigen. In 1986 was Bennie lid geworden en kon zo meedoen op de tocht die Evert van Benthem dat jaar voor de tweede jaar op rij zou gaan winnen. Intussen is Bennie de laatste jaren wel flink met zijn gezondheid gaan sukkelen en vooral met zijn longen. En dat maakt begrijpelijk al het duivenwerk dat gedaan moet worden er niet makkelijker op. In de duivensport is echtgenote Loes een grote steun en hulp.
.

.

.
Nieuwleusen
Het meest noordelijk gelegen ZLU-inkorfcentrum in Nieuwleusen maakt dit jaar wel een ongelofelijk jaar mee. Na Rieks Lonsain uit Nieuwleusen zelf op Marseille is het nu dus Bennie Homma die het centrum naar de hoogste eer doet grijpen. Twee internationale vluchten winnen is niet niks. Bij de 18 inkorvers op Perpignan waren trouwens nog twee liefhebbers vorm die in het recente verleden nationaal Perpignan wisten te winnen en wel Rutger Jan Rittersma uit Zuidlaren in 2021 en Arjan Beens uit Genemuiden in 2014. Rutger Jan Rittersma wist op zijn vorige woonadres in Groningen al een internationale vlucht te winnen (plus prijs 3) en wel vanuit Agen (1099 km) in 2013. Een bijzonder gezelschap van inkorvers daar in het hoge noorden en dat op 31 ZLU-inkorfcentra in Nederland. Ja op Perpignan 2023 hebben Bennie en Loes Homma hun duiven in een puike vorm aan de start kunnen brengen en drie duivinnen hadden hun kompas en aandacht heel scherp staan. Ze hadden ervaring, bewezen al de afstand aan te kunnen en zich te bewijzen. En wat maakt het dat de ene duif in de donkerte in meer of mindere mate doorvliegt en anderen niet? Ongetwijfeld de vorm en scherpheid op het goede moment, de wil om naar huis te gaan en de klasse om dat ook werkelijk te kunnen doen. Natuurlijk moeten de (weers)omstandigheden ook meezitten en de puzzelstukjes juist dan goed op hun plaats kunnen vallen. En waarom kan de ene duif het dan juist wel en vele anderen dan juist niet? Het mysterie van de duivensport. Bennie en Loes Homma hebben de mooiste duivensportprestatie in hun loopbaan weten neer te zetten. Het moet genieten voor hen zijn en dat is hen van harte gegund!
Ad van Gils