Nieuws
Duiven kunnen inderdaad de dragers zijn van verschillende ziekten, waaronder paratyfus. Paratyfus is een bacteriële infectie die vaak wordt veroorzaakt door de Salmonella bacterie. Bij duiven wordt het vaak aangeduid als duivenparatyfus en kan het ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken bij de vogels.
Symptomen van paratyfus bij duiven kunnen onder andere zijn:
- Gewichtsverlies
- Lethargie (luiheid)
- Diarree
- Verminderde eetlust
- Verkleuring van de uitwerpselen (groen of geel)
- Ademhalingsproblemen (hoesten of niezen)
- In ernstige gevallen kan het dodelijk zijn voor de vogel.
De infectie kan zich verspreiden via besmet voedsel of water, maar ook via contact met andere geïnfecteerde duiven. Dit is waarom het belangrijk is om hygiënische omstandigheden in duivenhokken te handhaven en regelmatig de gezondheid van de vogels te controleren.
Behandeling: Bij de behandeling van paratyfus worden meestal antibiotica voorgeschreven. Het is echter belangrijk om een dierenarts te raadplegen voor de juiste diagnose en behandelplan, omdat verkeerd gebruik van antibiotica resistentie kan veroorzaken.
Daarnaast is het belangrijk om preventieve maatregelen te nemen, zoals het verbeteren van de hygiëne, het voeren van schoon voedsel en water, en het isoleren van zieke duiven om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen.
|
Verluchting in een duivenhok is essentieel voor de gezondheid en het welzijn van de duiven. Goede ventilatie zorgt ervoor dat de lucht in het hok fris blijft, voorkomt dat er te veel vocht of schadelijke gassen (zoals ammoniak) ophopen, en helpt om een goede luchtkwaliteit te behouden. Hier zijn enkele belangrijke tips voor goede verluchting:
- Gebruik van luchtinlaten en -uitlaten:
- Zorg voor ventilatieopeningen aan zowel de bovenkant als de onderkant van het duivenhok. Dit zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie, waarbij frisse lucht naar binnen komt en vervuilde lucht eruit kan ontsnappen.
- De openingen aan de bovenkant moeten groter zijn dan die aan de onderkant, omdat warme lucht naar boven stijgt en hierdoor kan ontsnappen.
- Regelbare ventilatie:
- Het is handig om ventilatieopeningen te hebben die je kunt aanpassen, afhankelijk van het weer en de hoeveelheid duiven in het hok. Op warme dagen wil je meer luchtstroom, terwijl je op koudere dagen misschien wat minder ventilatie nodig hebt om warmteverlies te voorkomen.
- Geen tocht:
- Zorg ervoor dat de ventilatie niet direct op de duiven gericht is, omdat dit hen kan verstoren. Een constante luchtcirculatie is goed, maar directe tocht kan stress veroorzaken.
- Plaatsing van de luchtinlaten:
- Zet luchtinlaten hoger, bij voorkeur boven de zitstokken, zodat de frisse lucht langs de duiven komt zonder direct in hun gezicht te waaien.
- Gebruik van ventilatoren (optioneel):
- In grotere duivenhokken of tijdens de warme zomermaanden kan een ventilator helpen om de luchtcirculatie te verbeteren, vooral als de natuurlijke luchtstroom niet voldoende is.
- Schoonmaken van de ventilatieopeningen:
- Het is belangrijk om de luchtinlaten en uitlaten regelmatig schoon te maken, zodat ze niet verstopt raken door vuil of veren.
Door deze aspecten in acht te nemen, kun je een gezond en goed geventileerd duivenhok creëren dat de duiven helpt om gezond te blijven.
Het hele spul zit te broeden en tot nu toe gelukkig geen onregelmatigheden. Ik kreeg afgelopen week een berichtje van een jonge liefhebber hier in de regio die zijn twijfels had omtrent liefhebbers die beweren dat ze al hun duiven binnen 12 dagen op eieren hebben zonder onbevruchte eieren.
Op dat moment kon ik daar nog niet op reageren omdat ik de eieren nog niet had geschouwd. Hier is het dan nog wat ongelooflijker want alles zat toch echt op 10 dagen met eieren en geen onbevrucht eitje gevonden.
Tot zover alles dus goed in orde, geen kapot gevochten eieren, geen onbevruchte eieren en de duiven zien er ook nog eens tip top uit. Alles onder controle dus, zoals de kop van mijn blog ook aangeeft.
We gaan onze vliegduiven één jong groot laten brengen en daar zit bewust een gedachte achter. Natuurlijk kunnen ze met twee vingers in hun neus twee jongen grootbrengen maar ik ben van plan mijn duivinnen en doffers te scheiden als het jong ongeveer 14 dagen oud is en dan bij de doffer in hun bak te laten. De duivinnen komen dan één keer per dag gezellig op bezoek terwijl de mannen buiten aan het trainen zijn. Zo starten we dan op verkapt weduwschap. Zodat onze duiven zo dadelijk niet de 2 wekelijkse dip krijgen als ze echt worden gescheiden.
De nieuwe hokken zijn echt een verademing voor mijn duiven als ik naar de conditie van mijn duiven kijk! We hebben dus alle vertrouwen in het nieuwe seizoen. We willen onze duiven natuurlijk zo lang mogelijk met volle vleugels laten vliegen en moeten binnenkort beslissen wat te doen. Als we pennen gaan trekken dan moet dat 1 maart gebeuren en als we gaan verduisteren ook. Alhoewel ik aanvankelijk dacht dat het minder presteren van het laatste seizoen kwam door het verduisteren ,denk ik nu toch dat daar niet de oorzaak heeft gelegen.
Ook hier hebben we te maken met variabelen en ik denk nu toch echte dat de muizen en de penetrante stank de oorzaak zijn geweest van het ondermaats presteren van mijn duiven en niet het verduisteren. Er zijn teveel hard spelende liefhebbers die ook verduisteren. En natuurlijk heeft verduisteren nog een groot voordeel. De vormpiek komt vaak tijdens de wat mooiere verdere vluchten.
We hebben vandaag alles in orde gemaakt om te kunnen verduisteren maar kunnen ook nog switchen om eventueel wat pennen te trekken. We hebben nog een week de tijd om te beslissen.
De eerste jonge duiven zijn ondertussen ook gearriveerd. Vijf van vriend Ad en twee van vriend Gerrit (duiven van ons eigen ras) en een eerste groep van Jochem. Deze eerste groep zal eind deze week worden aangevuld met de duiven die Pascal heeft gekweekt. Het nieuwe seizoen is voor mij weer helemaal begonnen en zo gauw het licht wordt probeer ik mezelf dan ook bij mijn duiven te vervoegen.
De duiven worden ook weer dagelijks losgelaten om weer een beetje in het ritme te komen van het vliegseizoen. Ook hebben we deze week alle antennes geïnstalleerd en dat was ook best een behoorlijk klusje. Zo glijden we heel rustig het nieuwe vliegseizoen in. We kijken er ontzettend naar uit!!
Lysine is een essentieel aminozuur dat belangrijk is voor de groei en het herstel van weefsels, evenals voor het produceren van enzymen en hormonen. Bij duiven speelt lysine een rol in hun gezondheid, vooral voor de opbouw van spieren en het immuunsysteem. Duiven hebben lysine nodig om een goede voedingstoestand te behouden, vooral in stressvolle periodes zoals tijdens het broedseizoen of bij intensieve vliegprestaties.
Als een duif niet genoeg lysine binnenkrijgt, kan dit leiden tot groeivertraging, een verzwakt immuunsysteem, en verminderde prestaties. Het is belangrijk dat hun dieet voldoende van dit aminozuur bevat, wat vaak te vinden is in eiwitrijk voedsel zoals granen, peulvruchten, en dierlijke eiwitten.
De Informatiedag zit er als weer op en we gaan ons inmiddels klaarmaken voor de volgende beurs… Het zal voorlopig de laatste zijn, voordat het vliegseizoen gaat beginnen. Veel duiven zijn inmiddels gekoppeld of hebben al jongen. Voor de tijd van het jaar is het eigenlijk bijzonder zacht, dus grote problemen ben ik nog niet tegengekomen. Wel komen er veel vragen over: wat geef ik de jongen als ze gespeend zijn. Vele liefhebbers zitten met die vraag merk ik. Ook de hoeveelheid is een probleem voor velen.
Allereerst het voer. U voerde de duiven een bepaald soort kweekvoer in het nest en daar kunt u het beste gewoon mee doorgaan. Veel liefhebbers gooien de eerste dagen de bak vol, totdat de jongen de voerbak en de drinkpot allemaal goed kunnen vinden. Toch ben ik er een voorstander van om daarna zo vlug mogelijk het eigen regiem te gaan volgen. Jongen moeten leren hoe het bij u op het hok werkt. Als u de jongen voert, dan roept u ze, net als u dat zal doen als ze na een vlucht of training binnen moeten komen. U bepaald de wijze waarop u duiven wilt houden. Die zich daar niet bij aanpast, heeft pech gehad.
Na enkele dagen kunt u de jongen twee keer der dag voeren met een goed, gevarieerd kweekvoer + een klein beetje gerst of zuivering. U ziet dan sneller dat de duiven genoeg hebben gegeten, want de gerst blijft liggen. Als dat het geval is, is de meeste honger voorbij. U kunt ook de drinkbak goed in de gaten houden en als er enkele duiven hebben gedronken, weet u genoeg. Velen menen dat de jongen niets tekort mogen komen en mooi moeten uitgroeien. Dus wordt er volop gevoerd. Eigenlijk meer dan goed voor ze is. We maken zo vreters van de jonge duiven en dat kan niet de bedoeling zijn. De hoeveelheid is een groot probleem bij veel liefhebbers. Je kunt ook een tentoonstelling drinkbakje en doet die afgestreken vol met kweekvoer. Dat is voldoende voor 10 jonge duiven. ’s Avonds weer dat bakje voor 10 duiven.
Dat is voldoende onder normale omstandigheden. Vriest het 20 graden, ja, dan zullen we het moeten aanpassen. Dat zal iedereen begrijpen. Als de jongen wat ouder worden, dan geeft u ’s morgens wat minder voer en dat geef je er ’s avonds weer bij. Zo kom je op een “gemiddelde” van ‘s morgens 10 gram en ’s avonds 20 gram per duif. Ook verstandig om de drinkenspan slechts 15 minuten op het hok te laten staan als ze die allemaal goed kunnen vinden. Na dat kwartier neemt u de bakken weg om ze vervolgens schoon te maken en zo mogelijk in de zon te laten drogen. Het voorkomt veel problemen met geelbesmetting.
Verduisterde jongen.
De meeste liefhebbers verduisteren hun jongen. In de winter worden ze “natuurlijk” verduisterd, want dan hebben we de minste lichturen. Zodra de dagen lengen, gaan we ze zelf verduisteren door b.v. ’s avonds om zes uur het hok donker te maken tot de volgende morgen acht uur. Ze krijgen dan tien uur licht. Op deze wijze komen de jongen in de kleine rui en blijven de pennen staan, wat de bedoeling is van de liefhebber. Om die kleine rui goed te laten verlopen, hebben we een eiwitrijk voer nodig. Als de jonge duiven tien weken oud zijn, is de kleine rui meestal weer achter de rug en worden ze weer mooi glad.
Tot die tijd wennen we onze jongen uit. Eerst in een ren, spoetnick, of loopplank, later zitten de jongen op het dak. Van vliegen komt meestal niet veel en u moet zich daarover ook helemaal geen zorgen maken. Dat komt vanzelf, als de duiven door de rui heen zijn. Ze beginnen dan in groepen rond het hok te vliegen, een teken dat de rui en ook de opbouwperiode achter de rug is. U kunt vanaf nu lichter,en ook vezelrijker gaan voeren.
Met vezelrijker bedoel ik gerst en of paddy. De darmen moeten we aan het werk houden. Dat is in deze periode heel belangrijk. Des te beter de darmen werken, des te minder kans op ziektes. Een veel voorkomende klacht die ik hoor is: de jongen vliegen slecht en veel te kort. Veelal blijft men dan te zwaar voeren. We kunnen minimaal ½ Vliegvoer + ½ Zuivering gaan voeren met wat snoepzaad eraan toegevoegd. Trainen betekent of in de lucht, of in het hok. Als er eentje of enkele duiven niet willen binnenkomen, dan hebben die pech en moeten dan maar mooi buiten blijven. U hoeft daar geen medelijden mee te hebben. De kans dat dit goeie zijn, is een op de honderd, dus klein.
Welke mogelijkheden?
Bij mooi weer kunt u nog lichter voeren. Bijvoorbeeld 1 deel Vlieg + 2 delen Zuivering + ½ deel snoepzaad. Ook een beetje snoepzaad of een pindaatje als beloning voor het thuiskomen is op zijn plaats en werkt positief. Dieetmengelingen worden ook veel toegevoegd b.v. ½ Vlieg + ¼ gerst + ¼ Dieet mengeling. Zoontjens speciaal wordt vaak gerekend onder de dieetmengelingen. Ten onrechte overigens. Het is een goede mengeling, maar met zo’n 22% kleine peulvruchten mogen we het absoluut niet een dieetvoer noemen. De angst voor het niet goed uitgroeien van de jongen is dan ook onterecht als je op deze wijze de duiven voorbereid. Lichtverteerbaar en goed opneembaar eiwit kan worden verkregen met een mengeling met een hoger opneembaar eiwit en of door b.v. regelmatig magere (!) yoghurt en bakkersgist toe te voegen aan het voer.
Niet verduisteren.
Duiven die niet worden verduisterd, worden meestal later geboren. Overnachtspelers beginnen vaak pas in maart aan koppelen te denken. Maar ook voor duiven die eind januari of begin februari geboren worden kan men kiezen voor niet verduisteren. Zij zullen eerder de pennen ruien dan verduisterde duiven. Dat is een nadeel als men alle jonge duivenvluchten optimaal wil meedoen voor de eerste prijzen. Niet iedereen hecht daar echter zoveel waarde aan. Niet verduisterde duiven ruien de kleine veer niet en kunnen daarom veel eerder lichter worden gevoerd. Zodra de duiven in groepen gaan vliegen en wegtrekken kunt u lichter gaan voeren. Houdt u de duiven te lang op zwaar voer, zal het trainen en wegtrekken vaak tegenvallen. Ze vliegen laag boven de huizen hun rondjes. Veel lichter voeren dus en het probleem is meteen opgelost.
Jonge duiven moeten vanaf het begin naar de trainer luisteren. U bepaald hoe u duiven wilt houden en de duiven dienen zich daarbij aan te passen. Voor die dat niet wil is geen plaats. Uw privé omstandigheden bepalen hoe vaak u traint, opleert etc. Niet de goede liefhebber die weer een heel andere methode heeft uitgevonden. Het gevaar is dat u vandaag Jantje gaat volgen en morgen Pietje. Niet doen, volg je eigen weg. Laat je niet opnaaien. Als je een hele drukke baan hebt en je meent toch wel 3 keer per week naar de sportschool te moeten gaan, dan ga je dat waarschijnlijk niet volhouden. Je moet dus eerst bepalen hoe je de duiven wilt en kunt houden en daarna de lat op de juiste hoogte leggen. Als je dat doet, zul je niet gefrustreerd raken en veel plezier aan je jonge duiven hebben. En dat is toch de bedoeling?
Willem.