In alle rouwadvertentie staat onderaan ín ‘besloten kring’. Twaalf man bij een crematie van een geliefde dat maakt het nog droeviger als dat het al is. Waar dringt de werkelijkheid van verdriet zich zo wreed op? Dat is in het rouwcentrum van de uitvaartverzorger en in het crematorium. Wereldwijd zijn door het corona nu al 300.000 doden gevallen. Het schokt altijd als je in de krant opeens een overlijdensbericht leest dat de vrouw van een duivenvriend en clubgenoot is overleden. Dat las ik onlangs in “de Limburger”. Onwillekeurig denk je dan dat het coronavirus daar de oorzaak van is. Het medeleven met dat grote verlies wat mijn duivenvriend was overkomen dat drong zich bij me op. Maar tevens maakte het me ook nieuwsgierig. Zou Cato, zo heette de vrouw, door het corona aan haar einde zijn gekomen? Daar ik wist dat ze over enige jaren terug door een “ Tia” werd getroffen en ze met haar ouderdom van 78 jaar bij de gevaarlijke groep hoorde, deed het me denken dat ze het zoveelste slachtoffer van de heersende epidemie was geworden. Het trok me in twijfel of ik een condoleance kaart naar de familie zou sturen, ofwel dat ik persoonlijk mijn medeleven bij hun thuis zou gaan betuigen. Ik koos voor het laatste hoewel ik wist dat het verdriet bij de familie nog heel vers en scherp was. De zon die scheen in een schuine baan over de oprit van het huis toen ik daar met mijn auto halt hield. De stilte die er heerste die deed me voelen dat de rouw tegen de gevel van het huis aan beukte. Ik trof er mijn duivenvriend aan die zich teruggetrokken had op zijn eigen eilandje van verdriet. Omdat rouw geen regels kent doet iedereen dat op zijn eigen manier en in zijn eigen tijd. Dat merkte ik ook bij mijn duivenvriend. Hij koos er voor om zich de eerste tijd zo veel als mogelijk van de buitenwereld af te sluiten. Zijn kleine kolonie duiven op zijn eveneens klein duivenhok die verdoofde enigszins zijn pijn. Ik kwam niet alleen binnen in ’t huis van mijn duivenvriend maar ook in het diepste van zijn eigen binnenste. Hij verteld me tussen snikken en snotteren door dat zijn vrouw door een hersenbloeding is komen te overlijden en hoe haar uitvaart is geweest. Niet alleen het overlijden van zijn vrouw vond hij intriest maar nog meer omdat het werd vergroot doordat ze in een “ besloten kring “ afscheidt van haar moesten nemen. Het was een rouwstoet van niks. De hal van het crematorium was kaal en er heerste een doodse stilte. Ook geen nazit met een bakje koffie en vlaai en napraten of herinneringen oproepen. Mijn vriend had het anders gewild. Zijn vrouw was bij velen geliefd en als de corona er niet was dan zou de ruimte in het crematorium bomvol zijn geweest. Maximaal twaalf man op de uitvaart. Hij telt op zijn vingers ‘met hem zelf waren het zijn kinderen met aanhang en kleinkinderen en een paar nichten die het twaalftal gestalte gaven. Samen hadden ze bij haar gestaan in de kamer van het “hospice” en in het crematorium. Met niemand anders er bij om hun te troosten. Kan het nog erger? Op de kast lagen veel rouwkaarten als bewijs dat de familie omringd was door mensen die zeer met hun smartelijk verlies meeleefden. Ik was er bij toen er een dame aan de deur klopte die persoonlijk haar medeleven kwam betuigen. Haar ogen waren nat terwijl ze met een ingetogen stem haar condoleance deed. Ze wilde dat doen met een knuffel maar dat mocht helaas niet. Haar omarming zou mijn duivenvriend veel troost geboden hebben. Ik moest het ook laten met hem “veel sterkte” te wensen en er aan toe te voegen dat zijn duiven hem hielpen om zijn verdriet te verwerken. Zo zal het zijn want ik heb het zelf ervaren.
Pie.
Nieuws
we zijn inmiddels weer 14 dagen verder.Van enig resultaat richting fondmannen is nog geen sprake, het is net als de quick stepp, twee stappen voorwaarts, 3 stappen achterwaarts ! Veel discussie inzake Nationaal vliegprogramma, puntentellingen, uitslag of aankomstlijst, al dit soort discussie staat nog ver weg van hetgeen de kilometervreters te wachten staat. Allerhande berichten vliegen ons om de oren, veel welles en nog veel meer nietes.Het covid protocol inzake poulebrieven, dubbelingen en noem maar op is nog niet op orde, of blijft het zo, dan zullen veel inkorvers problemen krijgen. Het invullen van de poulebrief ongeacht voor welke organisatiewas steeds een gezellige aangelegenheid die veelal in het lokaal aan de bar geschiedde. Maar ja, andere tijden, andere gebruiken. Ook dit dienen we te accepteren !! Het opleren zal een steeds groter probleem gaan worden. Afdelingen zullen selectief te werk gaan om een beetje normaal programma op te bouwen, niet iedereen zal volgens mij aan zijn trekken komen, duidelijke keuzes zullen gemaakt moeten worden.
Afgelopen weekend is het seizoen 2020 van start gegaan. Nederlandse sportclubs mogen tot op heden geen competitie organiseren. Dat geldt ook voor de duivensport. Dit betekent dat er dus geen uitslagen op clubniveau, regioniveau en op andere niveaus of spelverbanden gemaakt worden. Vooralsnog is er enkel sprake van vluchtverloop. Deze regel geldt voor ons allemaal. Zodra de competitie opgestart kan worden, maken wij dat uiteraard kenbaar. Wij begrijpen dat het jammer is dat er geen competitie plaatsvindt en dat er dus ook geen uitslagen gegenereerd worden. Echter dienen wij net zoals alle andere sportclubs de maatregelen op te volgen. Als gevolg van de huidige richtlijnen vanuit de regering waarin competitie tot 1 september niet tot de mogelijkheden behoort, is onderstaande brief vorige week naar de applicatieschrijvers verzonden.
Hoe moet je dit vertalen naar goed Nederlands !!
Daniel Stoclet ziet het niet meer zitten en heeft de stekker uit de organisatie van o.m. Marseille getrokken, wat gaat de rest doen, nog azen op de ZLU euro‘s in de hoop dat het seizoen nog te redden valt. De 1e week van juni gaat bestuur ZLU vergaderen volgens het nieuwe model, wij houden U op de hoogte.
Hub Wetzelaer, Pr. Wedvluchten.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Eindelijk was het dan zover en hebben we er vanmorgen onze eerste trainingsvlucht op zitten. We gingen met onze duiven naar Hazeldonk ,een voor mij onbekende losplaats. Gisterenavond las ik op facebook dat een opgewonden Sebastiaan Toom waarschuwde dat deze losplaats totaal ongeschikt is voor een groot konvooi. Ik kon me al niet voorstellen dat hij zo boos was voor niets. Maar ja we hadden ingekorfd en we moesten het er mee doen. Toen ik vanmiddag een filmpje zag van de lossing van afd. 5 en de duiven tussen ijzeren hekken, windmolens, daken en weet ik wat nog meer door zag laveren begreep ik dat Sebastiaan Toom voor 100% gelijk heeft gehad. Onbegrijpelijk dat de lossingverantwoordelijken van afd. 5 deze plek hebben goedgekeurd om daar duiven te lossen. Ondertussen ontploft Facebook bijna met niet echt malse reacties op het lossingsgedrag van afd. 5.Ik ben dus al heel blij dat we vandaag geen gewonde duiven hebben teruggekregen.Hopelijk is hier het laatste woord niet over gesproken, want dit kan echt niet.
We hebben onze duiven (66 stuks dit jaar) op het vluchtseizoen op onze eigen manier voorbereid ,gewoon 2 x per dag los ,niet verduisterd en ze zijn 3 keer door Jochem op zondag weggebracht. Jochem liet steeds een mand met 6 koppels tegelijk los en een paar minuten later de volgende mand. Zo kwamen ze dus 3 weken achter elkaar ook thuis. Nu was het zelfs een kortere afstand dan onze eigen trainingsvluchtjes. En ook nog een niet te onderschatte Zuidwesten wind. Al onze duiven kwamen dus over de tennisbaan( pal oost) aangevlogen en sommige al uit het Noordwesten.
De eerste duif kwam prachtig uit de lucht vallen en ik kreeg net nog de tijd om een figurita te gooien. Ze ( dochter bonte Mirjam ) viel samen met onze figurita op de klep en verspeelde bijna geen seconde. Dan komt de rest al klappend en zeilend met grof geweld naar beneden duiken.Ongelooflijk wat kwamen ze hard, voordat ik het door had riep Jochem “Je hebt er al 50”.Dat was omstreeks 5 over 11 en we begonnen om 10.58.16. Om 14 over 11 hadden we 65 van de 66 en die laatkomer kwam tijdens het afslaan.
We kunnen dus niet anders dan zeer tevreden zijn over deze eerste vlucht. We begonnen in onze nieuwe club met de 12e prijs en daar ben ik zeer tevreden mee, gezien Lekkerkerk een heel stukje oostelijker ligt dan Krimpen a/d Lek. Krimpen a/d Lek ligt weer iets oostelijker dan Krimpen a/d IJssel en daar zat maar één snellere duif dan onze eerste duif en daar waren 1545 duiven mee. Wij spelen in het zelfde rayon. Dik tevreden dus over deze eerste vlucht van het jaar hopelijk volgende week een wat verdere afstand.
Fijne zondag,
Martin.
Vandaag was het eindelijk zover de eerste vlucht van het seizoen 2020.
De duiven werden om 10:45 uur gelost in Breda.
Na een vlucht van ruim 50 minuten viel de eerste duif in onze vereniging bij A. Dokter om 11:37 uur.
Deze duif vloog een snelheid van 1812 meter per minuut wat gelijk staat aan 108 km per uur.
De eerste 10 in onze verenging zijn:
A. Dokter 1,5,9 en 10
G. Doppenberg 2.3 en 4
A. van Zoeren 6,7 en 8
Voor de volledige uitslag klik hier
Enschede
Vrijdag was het voor het eerst weer mogelijk om onze duiven in te korven voor een africhting. Daarvoor werden door de Werkgroep Covid-19 protocollen opgesteld om dat corona-proof te doen.
Toen bekend werd dat inkorven onder de daarin staande strenge voorwaarden kon, hebben alle verenigingen in onze Afdeling Oost-Nederland zich tot het uiterste ingespannen om hun lokalen en de wijze van inkorven zo te organiseren dat het aan de voorschriften voldeed. Afgelopen maandag meldden zich niet minder dan 85% van de verenigingen gereed voor inspectie. Woensdag werden de controles afgerond en donderdag lagen de lossingsvergunningen er.
Alles leek op rolletjes te gaan, maar even leek de gemeente Enschede nog roet in het eten te gooien. Een Boa (bijzondere opsporingsambtenaar) bezocht daar een clublokaal van een van onze zusterverenigingen. Daar was men chipringen aan het koppelen. Na een gesprek met de daar aanwezigen vertrok de Boa met de protocollen onder de arm.
Op basis van die protocollen en het “Veiligheidsbesluit voor buitensporten door jongeren tot 18 jaar” werd inkorven door de gemeente Enschede in eerste instantie niet toegestaan.
Er werd vrijdagmorgen een toelichting nagezonden van de Werkgroep Covid-19. In die toelichting werd aangegeven dat onze sport valt onder het “Veiligheidsbesluit voor buitensporten door volwassenen”. Daarnaast werd in de toelichting nog eens verduidelijkt hoe onze sport werkt, hoe ingekorfd zou gaan worden en waarom er dan (het toegestane) maximum van drie personen in het clublokaal aanwezig moet zijn.
Het werd een spannende vrijdag, maar rond 13:00 uur kwam er toch groen licht uit Enschede. Het protocol met toelichting heeft de toets weerstaan, dus petje af voor de Werkgroep Covid-19. Er zijn nu twee plekken in Nederland waar de overheden akkoord zijn: de Veiligheidsregio Groningen en de gemeente Enschede binnen de Veiligheidsregio Twente. Het kan niet anders of dit opent de deuren in de rest van Nederland voor de duivensport.
Het noorden van onze afdeling ging naar Kalkar en wij, als onderdeel van het zuiden, naar Venlo.
Het was goed duivenweer. De vroegste duiven kwamen in flinke groepen af, maar daarna ging het bij sommige hokken toch met horten en stoten. Niet zo gek als we zien dat we veel later beginnen en terugblikken op een seizoen 2019 dat vooral met de jonge duiven slecht verliep.
Al met al echter een training die nuttig en leerzaam was voor de duiven en nu kunnen we het wat verderop gaan zoeken.
Dat wordt voor onze afdeling richting Duitsland zolang de grens naar België dicht blijft. In Frankrijk mag al wel gelost worden, maar daar zijn we nog niet aan toe.
Zo is het eerste trainingsvluchtje een feit. Voorlopig blijven het ook trainingsvluchten, want wedstrijden houden is niet toegestaan volgens het Veiligheidsbesluit.
Beetje raar wel, want dat besluit gaat uit van mensen die onderling een wedstrijd spelen; of liever gezegd nu géén wedstrijden mogen spelen. Dan praat je over bijvoorbeeld voetbal-, hockey- of korfbalwedstrijden.
Dat het bij ons de duiven zijn die de wedstrijd vliegen is blijkbaar niet uit te leggen. We staan dus nog steeds niet op de kaart als duivensport. Op zich ook niet zo verwonderlijk met 15.000 leden in heel Nederland. Mogelijk kan er met terugwerkende kracht nog iets worden gedaan als wedstrijden wel weer worden toegestaan. En, alla, we kunnen de duiven weer laten vliegen. Dat is belangrijk om de oude duiven in hun ritme te houden en het plezier weer te gunnen van de vluchten. Voor de jonge duiven is het nog belangrijker. Zij moeten worden getraind om het naar huis komen onder de knie te krijgen. Zonder die opleiding zullen vele verloren gaan in een later stadium.
Dus laten we de handen dichtknijpen dat we weer mogen.
Eén ding werd wel duidelijk. Men baalt van het na de vlucht niet bij elkaar kunnen komen om ervaringen uit te wisselen onder het genot van een drankje. Maar ook dat zal op een goed moment wel weer kunnen, zij het ook onder strikte voorwaarden.
Hoe zei Johan Cruyff ook al weer? Dat ieder nadeel zijn voordeel heeft, is het niet? Dat wenu door het coronagedoe geen duivensport hebben dat is een nadeel, maar of het een voordeel is dat we andere dingen kunnen doen nu we genoodzaakt zijn om binnen te blijven, dat vraag ik me af. Het is hoe je het bekijkt. Natuurlijk kun je de verveling verdrijven met andere bezigheden. Ik zelf deed dat een dezer dagen met het bestuderen van mijn duivenprestaties van het vorige seizoen. En dat deed ik met zelfbewondering. Omdat mijn oude vliegploeg in het voorbije seizoen van 2019 het er goed van afgebracht had. Met een pakket van 169 prijzen en een rendement van 47,3 % , behaald bij het SS-Maaskant, was ik uiterst tevreden. En zeker ook nog omdat daar enkele overwinningen en enkele kampioenschappen bij waren. En het deed me weer met vreugde terug denken aan de prestatie wat mijn vale doffer met ring 17/1538233 had geleverd.Zijn resultaat dat werd 13 prijzen van 15 keer inzetten. Op een rijtje gezet zijn dat: 40-138-30-36-79-67-73-86-2-67-3-37-13met als toetje de 4e prijs provinciaal op Limoges. Over die crack wil ik het in dit geschreven stukje even hebben. Namelijk over zijn afkomst! Het is inmiddels al weer bijna 5 jaar geleden dat op een zomeravond, de tijd dat de jonge duiven werden afgericht, een vreemde jonge duif tussen de mijne het hok binnen kwam. Nou, dat was me een scharminkel waar je nog geen soep van kon maken.Qua postuur had het iets weg van een “Turkse tortel”. Sorry, dat ik dit zeg want dat vaal gepluimdeduifjehad werkelijk niets wat me beviel. Een kerkduif zou er met kop en schouder boven uitsteken. Echt waar. Ik weet dat ik toen heb gedacht,dat de liefhebber die zo’n schepsels op zijn hok heeft vliegen , er eenmoest zijn dieweinig verstand van duiven had.Het maakte me nieuwsgierig welke duivenliefhebber het zou zijn diedat“vaaltje” had gekweekt en wie de eigenaar was. Zoals ik met alle duiven doe die bij me aan vliegen, had ik ook het bewuste duifje geplaatst in de daarvoor bestemde bak in het berghok. Die laat ik daar dan altijd een paar dagen, met voer en water, bijkomen van hun dwalingom ze dan weer de vrijheid te geven. In de meeste gevallen vertrekken ze dan gezwind. Zo zou ikdatook met het “vaaltje”gaandoen. Maar eerst wou ik weten wie de eigenaar was. Met het ringnummer 15/1365081 ging ik naar de site van de NPO om daar achter te komen. Dat was zo gepiept. Met grote nieuwsgierigheid toetste ikop mijn telefoonhet nummerinwat me was opgegeven. Op dat adres stond de duif geregistreerd. Na drie of vier beltonenkwam de verbinding tot stand. Aan de andere kant hoorde ik een lieflijke vrouwenstem zich meldenals: “Met het Wooncentrum Eijerkampin Zutphen”. Wie? Ik stondevenpaf toen ik dat hoorde. Datistoch nietwaardacht ik voor ‘n moment. Met enige beduusdheid excuseerdeikme bij de juffrouw en stamelde dat ik me vergist had in het telefoonnummer. De juffrouw nam me dat niet kwalijk en heel vriendelijk wenste ze me zelfs nog een fijne dag verder. Zo als ik al eens vaker heb gehad dat ik niet het juiste ringnummer van de duif had genoteerd, zo dacht ik dat dit ook nu het geval was geweest. Toen ik ging checken of het ringnummer wel klopte wat ik op mijn papiertje had geschreven, maakte ik me zelf uit voor sufferd. Je zal wel weer verkeerd gekeken hebben dacht ik. Maar tot mijn grote verbazing was het ringnummer juist wat ik had genoteerd. Met enige schroom belde ik weer dat telefoonnummeren vertelde ik aan de juffrouw dat er een duif van Eijerkamp bij me was aangevlogen. Prima meneer, een ogenblikje dan verbind ik u door, kreeg ik te horen. Enkele tellen later kreeg ik een van de heren Eijerkamp aan de lijn.Die vertelde ik in het kort dat een jonge duif met ringnummer 1365081 van hun bij mij was binnen gevlogen en er niet fit aan toe was. Met gepaste aandachtig werd mijn uitleg aangehoord waarop werd geantwoord dat de bewustejonge duif van een leervlucht van Tongeren was gebleven. Er aan toevoegend dat toen, op onverklaarbare wijze, bij veel liefhebbers jonge duiven achter waren gebleven. Om het kort te maken werd me gevraagd of ik hun duif een paar dagen wilde verzorgen en ze dan weer los wilde laten. Hij vervolgde met te zeggen dat als de duif bleef en niet wilde vertrekken, dan
moest ik hun dat laten weten dan stuurde ze me het eigendom bewijs. En zo gebeurde het. Na dat ik enkele dagen het duifje had verzorgd en ze haar vermoeidheid te boven was gekomen gaf ik ze in de vroege morgen, de vrijheid. En na een paar rondjes boven mijn huis rond gevlogen te hebben zag ik ze richting het noordennemenen binnen korte tijd was ze niet meer te zien. Die is weer gauw in Zutphen terug heb ik toengedacht.Maar dat werd niet werkelijk. Dezelfde dag, in de late namiddag toen mijn eigen duiven hadden getraind en weer binnen het hok waren, zag ik op een gegeven moment het “vaaltje” weer op het bordes voor mijn hok lopen. Ik kon merken dat ze lang had gevlogen en trek in voerhad. Want toen ik wat zaad in de spoetnik aan het hok van de jonge duiven strooidewas ze daar meteen bij.Wat nu te doen? De dag nadien heb ik het duifje vrij gelaten op de parkeerplaats van het winkelcentrum waar ik boodschappen ging doen. Nauwelijks 3 kilometer ver van m’n hok. Natuurlijk weer met de verwachting dat ze nu haar weg naar huis weer zou vinden. Maarwieschets mijn verbazing?Bij mijn thuiskomst zat het “vaaltje” weer parmantig op de spoetnik. Blijkbaar voelde ze zich bij mij thuis en wilde niet meer weg. Ik heb haar toen bij mijn jonge duiven gelaten en haar laten doen wat ze zelf wilde. Alle dagen ging ze los met de anderen en mocht ze haar plan trekken. Ze mocht gaan, ze mocht blijven. Maar ze had zich ondertussen goed eigen gemaakt tussen de duiven van mij en het leek alsof ze hier geboren was. Eerlijk gezegd,ikhadweinig interessein dat kleine ding, maar omdat ze van Eijerkamp kwam, liet ik ze bij mij betijen. Dus na 14 dagen belde ik de heer Eijerkamp op en vertelde hemhoe de zaak in mekaar zat. Die meneer was heel kordaat en sportief! Hij wenste me succes met de duif en beloofde dat hij me het eigendomsbewijs met de stamkaart van de duif toe zou laten komen. En dat was geen loze belofte. Een paar dagen later vond ik dat beloofde dus ook in mijn brievenbus. Bij het zien van de stamkaart van het “vaaltje” werd ik met stomheid geslagen.Haar ouders en grootouders waren van edele bloede met hoofdzakelijk fond bloed in de aderen. Het “vaaltje” heeft als vader een zoon van de “Rooie Daxter” en haar moeder is een dochter uit de 4eNationale asduif. En die zitten weer vol met de goeie eigenschappen van het soort van Wijnands & Zoon-van Loon-Janssen-AenEijerkamp. En wat moet je met dat soort als je geen fond speelt? Met in gedachte dat ik uit kinderen van het “vaaltje” geen potten zou breken op de vitesse en de halve fond kweekte ik er ook bewust niet uit. Ik gebruikte ze als weduwduivin En dat is niet slim van megeweest. Want de weinige duiven (doffers) die ik uit het “vaaltje’ heb die behoren bij de beste van mijn hok. Zoals mijn reeds genoemde 1538233 met 13 prijzen van 15 keer zetten. De 1538260 met 33-181-197-193-110-11-39-23 van 12 inkorvingen en de 1351821 met 190-67-118-96-27-69-385-22-25 eveneens van 12 keer zetten. Een nieuweling uit haar is de doffer 19/1144341 die als jongevande 8 keer zettenkwam tot een prestatie als 49-7-57-73. Dat ik nu het “vaaltje” (die is uitgegroeid tot een mooi gebouwde middelmatige duivin met zachte pluim en slim kijkende ogen) niet meer gebruik als weduwduivin maar voor de kweek, dat is wel logisch. Onder de 22 jonge duiven die ik nu heb daar zijn er 4 bij die het “vaaltje” van Eijerkamp als moeder hebben. En ik wil niet opscheppen, de klasse druipt er van af!.Ik mag nu zeggen dat in mijn duiven bloed stroomtdie van grote waarde is. Dat is immers gebleken. Het “vaaltje” had van mij meer erkenning verdient dan wat ik haar toekende. Maar ik wist niet beter!Pie.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
“Idioterie ten top” is geen leuk begin van een opiniestuk, maar ik schrijf wat ik denk, en dat is soms tegen de mening van de goegemeente in. Ik ben ontzettend blij dat we weer met onze duiven kunnen gaan spelen. Maar ik kan helemaal niets met de idiote richtlijnen die onder de postduivensport werkgroep Covid 19 tot stand zijn gekomen. Ik begrijp heel goed dat deze mensen op hun beurt hun best hebben gedaan. Daar twijfel ik niet aan alleen wat ze bereikt hebben om te mogen inkorven staat heel ver weg van elke vorm van realisme. En is wat mij betreft zo ver overtrokken dat ik dit niet anders kan betittelen dan het schieten met een atoombom op een mug.En begrijp me niet verkeerd. Ik neem het corona virus heel serieus en daar doe ik dus echt niet luchtig over. Ik verkeer op mijn leeftijd zelfs in de gevaren zone en hoop dan ook dat ik geen besmetting met dit virus oploop. Maar om alle maatregelen die onze beleidsmedewerkers bedenken voor zoete koek te slikken gaat er bij mij niet in.
Ik loop niet als een kip zonder kop met de kudde mee en lees de meningen van wetenschappers die een heel andere mening hebben dan wat ons door onze overheid beleidsmedewerkers wekelijks door onze strot gedrukt wordt. Mijn gezond verstand zegt me dat er in Nederland een angstcultuur is gecreëerd die heel ver van de realiteit staat. En soms als middel erger toeslaat dan de kwaal. Als ik de artikelen lees van klinisch ethicus dr. Erwin Kompanje over” Psychisch leed door quarantaine en sociale isolatie” kan ik daar geen spelt tussen krijgen. Hij schrijft O/A letterlijk het volgende:
“Het is al lang bekend dat quarantaine en afgedwongen isolatie altijd een negatieve ervaring is voor diegenen die het moeten ondergaan. Het verlies van vrijheid, autonomie, de gedwongen separatie van geliefden, het ontberen van lichamelijke aanraking, verveling en onzekerheid over de duur van de isolatie kunnen werkelijk een dramatisch effect hebben op de psychische gesteldheid van mensen.”
Dat komt dan precies overeen met wat een goede vriendin van me mee maakte deze week. Ze werkt in een zorginstelling hier in Lekkerkerk en daar woont al jaren dhr. L, een dikke tachtiger, lichamelijk niet 100% maar geestelijk nog pico bello in orde. Deze meneer L is al 30 jaar weduwnaar en heeft één lieve zorgzame dochter die hem regelmatig bezoekt. Ook hij werd 10 weken terug in een sociaal isolement geplaatst doordat zijn dochter hem niet meer mocht bezoeken. Ziek van eenzaamheid ging het steeds slechter met dhr. L en doordat hij niet meer at verergerde zijn toestand zodanig dat hij het predicaat “stervende” op gespeld kreeg. Zijn enige dochter kreeg de kans afgelopen week om (via allerlei protocollen) afscheid van hem te nemen. Toen zijn dochter de zorginstelling had verlaten bleek er een wonder te zijn gebeurd. Mijn vriendin hoorde van collega’s die op de gang van de hr. L werkte het volgende verhaal. De volgende morgen klonk er muziek uit de kamer van dhr. L en de verzorgende die de kamer binnen stapte wist niet wat ze zag. Dhr. L zat op de bank te luisteren naar Hollandse muziek en vertelde aan de verzorgende. Ik ga weer leven ,ik ga er weer voor. (Over psychisch leed door isolatie gesproken.) Ik vind het a sociaal zoals wij(de overheid met zijn maatregelen) omgaan met onze bejaarden. We plaatsen ze allemaal ongevraagd in isolatie (lees gevangenis).Terwijl er heel goed alternatieven zijn om gewoon contact te houden met deze groep ouderen zonder besmettingsgevaar. (Voor de geïnteresseerden) Op internet zijn artikelen te lezen en op you tube een interview te zien met dr. Kompanje.
Ook lees ik de blogs van Maurice de Hond die wetenschappelijk heel goed onderbouwd zijn. Van uit zijn vakterrein “sociale geografie” heeft hij het gedrag van het corona virus in kaart gebracht. Voor een ieder die geïnteresseerd is in zijn bevindingen, zoek dan op “you tube”, naar het meer dan interessante interview met Maurice de Hond/ Paul van Liempt. Hier hoor je een heel ander verhaal dan wat wekelijks op het nieuws krijgen voor geschoteld. Eén van zijn bevindingen is dat de oorsprong van de besmettingsbronnen altijd “super spreads events ” zijn. Plaatsen dus waar heel veel mensen op elkaar geplakt samen zijn en waar ook nog vaak slechte ventilatie aanwezig is.
Als ik dan zie hoe we op dit moment duiven moeten gaan inkorven zoals op het filmpje van Falco Ebben te zien is. Wetende dat er clubs zijn zo als hier in Hendrik Ido Ambacht waar ruim 1200 duiven moeten worden ingekorfd op deze manier, dan kan ik alleen maar met mijn hoofd schudden en denken “idioterie ten top”.
Ik moet in mijn auto wachten tot ik aan de beurt ben en dan mijn duiven en mijn klok afgeven aan de deur, en er mogen niet meer dan 3 mensen aanwezig zijn in de club, ook al is die club 1000 m2 groot. En vervolgens moet ik nog wat boodschappen doen bij Albert Hein. En dan loop ik vrolijk tussen 50 mensen door die daar vaak aanwezig zijn (voordat we de winkel in kunnen) op een oppervlakte van misschien hooguit 100 m2. Dat is toch niet te begrijpen en daarom vind ik de maatregelen die bedacht zijn om te kunnen inkorven “idioterie ten top”. Maar ja we zullen maar denken ” Het doel heiligt alle middelen” .Het is niet anders, op naar volgende week, als we hopelijk eindelijk gaan genieten van de eerste africhtingsvlucht in 2020.
Martin.
Zondag 17 mei 2020. Het is alweer zondag. De weken rijgen zich in deze coronatijden voor mij persoonlijk aaneen zonder dat er echt veel verschil te merken is tussen de achterliggende en de hieraan voorafgaande weken.
Er is hier in Maleisië wel iets meer bewegingsvrijheid maar als weldenkend persoon zoek ik de concentraties van mensen nu nog maar even niet op. Gewoon een kwestie van het niet opzoeken van een potentiele bezetting.
Dus op het werk het verplichte mondkapje op, ondanks dat ik de dag grotendeels alleen in mijn kantoor doorbreng. Tussendoor bij bezoekjes aan de diverse afdelingen telkens de handen desinfecteren. Bij de lunch eten op het terras voor onze kantine. In de warme buitenlucht omdat bij het nuttigen van een maaltijd het kapje af moet. Het is daar echter stiller dus veiliger.
Onderweg naar huis valt het op dat het verkeer alweer behoorlijk is toegenomen. Vooral ’s avonds. Het kan snel gaan want twee weken geleden was er zo ongeveer nog geen kip op de weg.
Privé is het leven nog altijd tamelijk overzichtelijk. Als echte huismussen zitten mijn dochter en ik hoofdzakelijk binnen. Het gebruikelijke uitje naar het zwembad is al maanden taboe en dat doet ook de drang om naar buiten te gaan danig afnemen. Een wandeling bij meer dan dertig graden is alleen aantrekkelijk met een verkoelende duik achteraf. Of misschien zijn we gewoon een beetje lui geworden in de periode dat het niet mocht.
In het kader van de gemakzucht en het vermijden van potentiele besmettingen dus ook nog maar even geen restaurant bezoek, ondanks dat dit op beperkte schaal wel weer is toegestaan. Hetzelfde geldt voor het bezoeken van de grote winkelcentra. Ook al is ook hierop geen beperking meer van kracht. Al weet ik niet hoe men daar de toegang reguleert, want dat houdt men hier in het algemeen goed in de gaten.
Dit bleek gisteren toen ik voor het eerst sinds tijden weer een bezoek bracht aan een megagrote supermarkt. De toegang werd zeer scherp gereguleerd. Niet alleen werd van iedereen de temperatuut genomen en mochten er maar 200 mensen tegelijk in de supermarkt (van naar ik meen wel 20.000 vierkante meter) ook moest iedereen met zijn of haar telefoon een barcode scannen en digitaal naam en telefoonnummer achterlaten. Informatie die niet in handen komt van de supermarkt maar van de overheid.
Hetgeen overigens ook plaatsvond bij de zeer lokale garage waar ik mijn banden liet vernieuwen. Niet de meest gebruikelijke plaats waar je een dergelijke restrictie verwacht. Het bleek een voorschrift/voorwaarde van de overheid om “open” te kunnen zijn.
Het doel is natuurlijk om de contacten van een eventueel besmet persoon snel in kaart te brengen. Iedereen scant dit hier in Maleisië braaf, zonder moeilijke discussies over privacy. Het kan snel gaan als er niet al te zware discussies over gevoerd worden. Een groot verschil met Nederland.
Over Nederland gesproken. Ook in duivenland gaat het momenteel snel. Op diverse terreinen.
Zo kreeg ik afgelopen woensdag reeds het document van de selectiecommissie onder ogen waarin de beoogde nieuwe bestuurssamenstelling gepresenteerd werd. Een stuk dat uiteindelijk ook in het Spoor en in de Duivensport-Pravda van deze week te lezen was. Ik wilde het Spoor niet in de wielen rijden en had ook de verstrekker van de informatie beloofd deze informatie voor mij te houden. Dus heb ik geen tussentijds weekstuk met een leuke primeur het daglicht doen zien.
De samenstelling van het nieuwe bestuur was uiteindelijk toch nog wel een beetje verrassend. Op de posities van het dagelijks bestuur geen kandidaten die door de rebellerende afdelingen waren voorgedragen maar kandidaten uit de koker van de selectiecommissie. Kandidaten met een grote bestuurlijke ervaring in respectievelijk de afdelingen 9, 10 en 3. En ook daarbuiten want van alle kandidaten kan worden gezegd dat ze op maatschappelijk vlak hun sporen wel verdiend hebben.
Ook neem ik aan dat alle door de selectiecommissie voorgedragen kandidaten de beleidsagenda die de afdelingen en een aantal sectoren in februari opstelden onderschreven hebben. Dit geldt dan naar mijn bescheiden mening ook voor de drie “oude” bestuurders die in het bestuur blijven zitten. Zonder het onderschrijven van dit beleidsstuk hebben de zittende bestuurders feitelijk geen mandaat.
Nog verrassender was het feit dat de Duivensport-Pravda aankondigde dat de ledenraad waarop het nieuwe bestuur geïnstalleerd wordt zal plaatsvinden op 2 juni. Het kan echt verrassend snel gaan. Verbazend is echter wel dat alle afdelingsbestuurders en kiesmannen deze datum plus agenda via de Duivensport-Pravda moesten vernemen.
Met de datum van 2 juni wordt overigens wel voorbijgegaan aan Artikel 20 lid 6 van het Huishoudelijk reglement en het is zelfs de vraag of er helemaal aan Artikel 20 lid 4 en lid 5 voldaan wordt. Hieronder heb ik de teksten maar even gekopieerd
- Vacatures in Bestuur NPO worden met de vermelding van eventuele herbenoembaarheid tenminste drie maanden voor Ledenraad NPO gepubliceerd.
- De voordracht bedoeld in Statuten artikel 21 lid 1 wordt uiterlijk zes weken voor Ledenraad NPO schriftelijk met bereidverklaring kandidaatbestuurslid ingediend bij secretaris NPO.
- Secretaris NPO plaatst de in het vorige lid bedoelde voordracht op agenda Ledenraad NPO, welke agenda uiterlijk vier weken voor datum wordt kenbaar gemaakt met inachtneming van Statuten artikel 27 lid 3.
Nu ben ik verre van een juridische fijn slijper en besef ik de urgentie van het hebben van een voltallig bestuur maar het lijkt mij toch verstandig om de zorgvuldigheid in acht te blijven nemen. Zeker om te vermijden dat ooit iemand het nieuwe bestuur opzadelt met een kwestie van een niet reglementaire verkiezing.
Overigens viel mij op dat de verwijzingen tussen Huishoudelijk Reglement en Statuten niet meer kloppen. Ook niet echt zorgvuldig maar wel passend in het complete plaatje van de regeerperiode van de huidige voorzitter.
Als het nieuwe bestuur geïnstalleerd is treft het zonder meer een aantal hoofdpijndossiers aan. Behalve over de financiële positie, het organiseren van de Olympiade en het afkalvende ledental in het algemeen zal het nieuwe bestuur zich spoedig dienen uit te spreken over de zogenaamde pilot in Zeeland. In mijn ogen is de rol van het NPO-bestuur in het verleden hierin vaag en zelfs laakbaar geweest. Bovendien zonder het draagvlak van een besluit van de ledenraad, dus zal het nieuwe bestuur zich snel moeten beraden op hun positie in dit wankele project.
Ook de positie van stichting de Nishoek (in de toekomst de Veerhoek) dient door het nieuwe bestuur eens goed onder de loep genomen te worden. Mag een deel van de activiteiten die deze stichting onderneemt wel? Worden deze activiteiten wel gedekt door de staturen en reglementen van zowel de afdeling Zeeland ’96 als de NPO? Het gaat hierbij bijvoorbeeld over de inkorvingen voor de Franse en Belgische vluchten? En als dit zoals een Zeeuwse vereniging aanhaalde daadwerkelijk onreglementair is, hoe kun je dan als landelijke bond onderdeel uitmaken van dit project? Tenzij de reglementen hierop aangepast worden natuurlijk…
Als ik de nieuwsbrief uit het Zeeuwse overigens een beetje vrij interpreteer moddert men daar op dit moment maar een beetje door. Het schiet nog niet erg op, zowel met de digitale vooruitgang als met het nieuwe duivensport centrum.
Veel nog niet opgeloste problemen of nog niet uitgevoerde geplande vernieuwingen worden geschreven op het conto van de Corona-crisis. Het zal voor een deel waar zijn, maar het is ook een beetje flauw om de vertraging in een proces van ruim anderhalf jaar te wijten aan twee maanden Corona crisis.
Ik denk echter dat er meer aan de hand is. Zo concludeer ik dat er nogal willekeurig met informatie wordt omgegaan. In een document spreekt men over een zeer beperkt aantal verenigingen, in een nieuw een beetje vaag document genaamd “de Horizon” (geschreven door de zogenaamde regiegroep) wordt gesproken over het in standhouden van 19 verenigingen.
Ook de omgangsvormen tussen het bestuur van de afdeling Zeeland en de verenigingen komen inmiddels een beetje onder druk te staan. Ik kreeg een briefwisseling tussen het bestuur van de afdeling Zeeland ’96 en een basisvereniging onder ogen en dat zag er niet zo prettig uit om het mild te verwoorden. Vooral het dreigen met sancties vanuit de hoek van het afdelingsbestuur komt onprofessioneel over. Voor zover mijn reglementenkennis strekt mogen afdelingsbesturen geen sancties opleggen aan verenigingen of leden maar zou dit moeten verlopen via het instituut Sportrechtspraak. Overigens komt het hele woord “sanctie” niet voor in zowel de statuten als het huishoudelijk reglement van de afdeling Zeeland ’96.
Al met al is het dus beter dat het snel kan gaan met het nieuwe NPO-bestuur. Hopelijk hebben de formateurs voldoende aandacht besteed aan bovengenoemde pijnpunten.
Een ander onderwerp waarop de komende week wel eens snel kan gaan is het openstellen van de normale vluchtlijnen. Vandaag kreeg ik via een liefhebber uit Zeeland de bevestiging dat er in België vanaf morgen (18 mei) gezamenlijk mag worden opgeleerd (vergelijkbaar met de wijze waarop dit in Nederland mag). Na een bezoek aan de site van de KBDB bleek dat dit vooralsnog slechts “binnenlandse trainingsvluchten” betreft, maar het is weer een stap in de goede richting. Een stap die vermoedelijk ook zal leiden tot het openstellen van de grenzen. Iets dat Frankrijk eerder deze week al deed.
Iets dat ook relatief snel gegaan is zijn de trainingsvluchten die georganiseerd werden door de afdelingen Noord-Oost Nederland en Oost-Nederland. Deze afdelingen hadden hun Corona protocol op basisverenigingsniveau erg snel onder controle en konden dus gisteren (16 mei) reeds “trainen in afdelingsverband”.
Dit ging overigens in afdeling 9 niet zonder slag of stoot omdat een ijverige Buitengewoon Opsporingsambtenaar (oftewel BOA) de draad een beetje kwijt was aangaande het mogen inkorven van duiven en het zelfregulerende karakter hiervan. Gelukkig kon er na overleg door een lid van de COVID-19 werkgroep met de betrokken veiligheidsregio (Enschede) toch in gemand worden. Over problemen bij het inmand-proces en eventuele andere knelpunten is mij verder niets bekend.
De vluchten op zaterdag verliepen uiteindelijk ook snel, zoals op Compuclub terug te lezen viel. In ieder geval qua snelheid van de eerste duiven.
Afdeling 10 ging met haar beide regio’s naar het Duitse Rheine. In rayon 1-4 vloog de snelste duif iets harder dan 90 km/u. Het concours, of hoe je het ook mag noemen, stond bijna 20 minuten open. In de rayon 5-8 lag de snelheid wat hoger namelijk ruim 92 kilometer per uur. Wel duurde het zo ongeveer 30 minuten voordat het benodigde aantal duiven binnen was. Best lang maar vermoedelijk zijn de duiven deels met hun Noordelijke collegae meegetrokken.
De deelname in Noordoost-Nederland was behoorlijk goed, 654 liefhebbers brachten 15.878 duiven aan de start.
Afdeling 9 toog met naar twee lossingsgroepen naar twee verschillende losplaatsen, Kalkar en Venlo. In regio Noord sluit het concours, zoals ik het toch maar voor het gemak blijf noemen, vanuit het Duitse Kalkar na een minuut of 8 terwijl de eerste duif ruim 100 kilometer per uur vloog. Erg vlot gezien de concoursen in afdeling 10 en die in de Zuidelijke regio van afdeling 9. In Zuid lag de snelheid een stukje lager (iets minder dan 96 km/u) en duurde het een stuk langer voordat 25 procent van de duiven binnen was (bijna 30 minuten), na te zijn gelost in het Nederlandse Venlo.
Wel opvallend is de lage deelname in de aankomstlijst van de afdeling Oost-Nederland. In het totaal namen 366 deelnemers de moeite om hun in het totaal 9.233 duiven over de antenne te laten halen. Vermoedelijk hebben veel liefhebbers de makkelijkere weg genomen om hun duiven als vrachtduif te laten vliegen.
Een besluit dat de afdeling Limburg overigens nam voor alle vluchten die onder het huidige CORONA-protocol vervlogen gaan worden. Dat wil zeggen zolang er geen aankomstlijsten (uitslagen) mogen worden gemaakt. Een beslissing die veel kritiek kreeg op de sociale media maar wel iets voor te zeggen valt. Het beperkt het aantal contactmomenten tot het uiterste minimum en dat is in deze Corona tijden bij een sport met een gemiddelde leeftijd van de deelnemers van 65 jaar niet heel onverstandig. Ook beperkt het de druk op de werkers, vooral in de grotere verenigingen.
OP EIGEN HONK:
Hierover valt weinig anders te melden dan hetgeen ik in het eerste deel van dit weekstuk al geschreven heb.
Tot een volgende keer.
Groet,
Michel