|
Nieuws
In dit inmiddels alweer 11e logboek ga ik allereerst in op het verzoek van enkele lezers van mijn blogs om een duidelijk verhaal te schrijven over de kleur van het borstvlees van duiven in conditie (vorm) en duiven zonder vorm. Aan de hand van de foto’s die ik hier plaats hoop ik die duidelijkheid te verschaffen. Uiteraard kun je met een geoefend oog nog veel meer kenmerken aan de duif aflezen (glanzend verenpak, gedrag op het hok enz.).
Hierboven het borstvlees van een duif die duidelijk niet in conditie is. Het vel ligt niet strak over de borst (zie de plooien onderin). Er bevinden zich veel huidschilfers op de borst. De kleur van het borstvlees is niet roze, vergelijk dit met de kleur van het nagelbed van mijn vingernagels. Dit is exact de kleur van het borstvlees van een duif in conditie. Zie de foto hiernaast.
De borst van een duif in goede conditie heeft dezelfde kleur als het nagelbed van je vingers.
Een van de vragen naar aanleiding van het logboek van 22 mei was of duiven met veel huidschilfers op de borst iets mankeren. Dat hoeft beslist niet zo te zijn, maar bij twijfels over de gezondheid is het toch het allerbeste om naar de dierenarts te gaan. Niet zelf gaan dokteren zonder te weten of er wat aan de hand is altijd mijn advies aan de minder ervaren liefhebbers.
Iemand schreef me dat zijn duiven ondanks luizen (zowel de lange veerluis als de stuitluis) goed presteren en bij bestudering van zijn uitslagen blijkt dat ook zeker zo te zijn. Veel lezers van deze blog zullen dezelfde ervaring hebben en een paar lange veerluizen zullen ook weinig schade of vermindering van conditie opleveren. Bij het zien van meerdere stuitluizen zou ik al wel wat ongeruster zijn. Veel middelen tegen luizen en mijten hebben een slechte uitwerking op de vorm van de duif. Wanneer je duiven goed presteren zou ik dan ook eerst eens kijken of je het met een scheutje azijn in het badwater afkan.
Ik kreeg heel veel positieve reacties op mijn column-minireportage over de laatste duivenliefhebber van Schiermonnikoog. Deze was binnen een week al meer dan 7000 x gelezen. Uiteraard zullen dat niet allemaal duivenliefhebbers zijn, maar ook andere geïnteresseerden in de duivensport. Het is me inmiddels wel duidelijk dat dit soort columns veel vaker en liever gelezen worden dan columns met een meer educatieve insteek. Nu ik ook logboeken schrijf, zal ik in de toekomst kiezen voor wat luchtiger onderwerpen voor de columns en zal ik in de logboeken de serieuze meer leerzame onderwerpen aansnijden.
Het voordeel van mijn nieuwe website is dat ik nu exact kan zien welke pagina’s het meest gelezen worden en ook hoe vaak. Onderwerpen als de historie van de duivensport trekken een heel ander publiek en worden duidelijk minder gelezen dan mijn columns en logboeken. Opvallend vond ik te zien dat mijn gastenboek ook veel bezocht wordt. Dit is uiteraard goede reclame voor mijn activiteiten als de-duivencoach.nl. De komende maanden zal ik mijn website verder uitbreiden met diverse artikelen voor zo’n breed mogelijk publiek. Zo zal ik het onderwerp oorlogsduiven dat Heim Meijerink heeft geschreven en wat veel gelezen werd toen hij nog een eigen website had, binnenkort ook plaatsen. Verder heb ik een pagina opgezet met foto’s van historische duifhuizen (torens, tillen, zolders, poortgebouwen, etc). Tijdens mijn hokbezoeken en andere uitstapjes bezoek ik deze dikwijls honderden jaren oude gebouwen en zet ik deze op de foto. https://www.de-duivencoach.nl/Algemene-Info/Duivenhistorie/Historische-Duifhuizen/
Over het eigen hok in Vlagtwedde is vermeldenswaard dat we de jonge duiven met belletjes hadden uitgerust en dat dit de eerste twee weken effect leek te hebben. Echter na deze twee weken waarin de jongen met rust werden gelaten, brak een andere periode aan en werden in 1 week tijd maar liefst 10 jonge duiven door de havik gepakt. Dus de belletjes hebben nu het omgekeerde effect en trokken de haviken juist aan. Dus deze heeft René inmiddels weer verwijderd.
We hebben inmiddels 1 dagfondvlucht gehad, ook weer met noordoosten wind zoals de afgelopen weken al steeds het geval is. De duiven zijn tot nu toe elke week mee geweest en het viel mij tijdens deze vlucht van 550 km hoe fit zij thuis kwamen en ook vrij vlot met 50 % in de punten, alleen de pure kop ontbrak nog. Hopelijk gaat dit op Sens (600 km) gebeuren.
Naar aanleiding van één van de eerdere logboeken waarin ik schreef over pigmentatie en de relatie daarvan met de natuurlijke weerstand, kreeg ik een vraag over hoe dit te zien is bij witte, zwarte en rode duiven. Voor rode duiven geldt dat rood van zichzelf een sterke kleur is en ook dominant is over zwart. Veel roden bezitten een goede natuurlijke weerstand, vooral de fokzuivere roden. Bij geheel zwarten kun je nog naar de kleuren van de snavel, poten en de teennagels kijken en bij witten kunnen de snavelkleur en de kleur van het oog een indicatie geven. De duiven streng selecteren op gezondheid is altijd belangrijk maar voor geheel witten of zwarten zou ik zelf nog strenger zijn, eigenlijk hetzelfde als bij duiven waarbij de zwarte band van de staart deels vervaagd is.
Vandaag hebben we de zoveelste mooie vlucht van dit seizoen achter de rug. En het mooie weer blijft maar duren. De hokken die hun duiven in vorm hebben en een vast systeem hanteren blijven dan ook wekelijks domineren. Prachtig als jezelf ook bij die hokken hoort maar dat geldt tot nu toe niet voor ons. Al hoewel ik zelden mijn duiven zo perfect in conditie heb ingekorfd en de duiven trainen als nooit tevoren lijkt het wel of ze ergens door worden tegengehouden.
Ik ben in het verleden wel gewaarschuwd om mijn oude duiven niet te verduisteren en zeker mijn doffers niet. Maar heb toch besloten om dit eens te ervaren met de gedachte om verder op in het seizoen nog beter te kunnen presteren. We weten nog niet of het toch nog wat gaat brengen maar tot nu toe is de teleurstelling behoorlijk groot. Als ik had geweten dat we een seizoen zouden krijgen met wekelijks dit prachtige weer dan had ik het zekere voor het onzekere genomen en niet verduisterd. Maar de feiten liggen er nu eenmaal en we moeten het er mee doen. We geven de moed niet op en blijven er aan werken om toch de vorm ook in de kopjes te krijgen. Want fysiek zijn ze 100 % maar iets in het kopje is niet zoals het hoort te zijn.
Vanmorgen werden de duiven gelost om 7.15 onder prachtige condities en we verwachtten de duiven zo rond 12.45.We hadden vandaag alleen Jochem op bezoek en die was er al vroeg. De lucht was blauwer dan blauw maar we zagen geen duif vliegen. Alles was stil in de lucht en de tijd tikte door richting 13.00. Dan zien we een duif aankomen en die valt bij buurman Arie en dat is voor ons geen normaal patroon en even later weer een duif bij Arie en dat is iets wat we niet kennen.
Dat hebben we nog nooit mee gemaakt (onze complete ploeg mee op 400km en met dit weer ) maar is nu wel realiteit en terwijl ik Jochem aankijk en hij mij aankijkt met een blik van wat gebeurt er nu, komt er bij ons een jaarling weduwnaar van uit het Noorden aanzetten. Ongelooflijk dat met deze wind een duif uit het Noorden terug komt vliegen. Het is”Zegert”een broer van de “539”die al voor de 2e keer onze eerste duif is en hoogstwaarschijnlijk een belofte is.
Dan wordt het te lang wachten en komen de duiven stroef naar huis ,sommige jaarlingen hadden niet gedronken en daar aan kon je zien dat ze het niet voor niets hadden gekregen. We missen er nog 2 maar dat kan want voor deze twee was dit de verste vlucht die ze ooit hebben gevlogen.
We gaan na afloop van de vlucht altijd even napraten met buurman Arie en zijn vaste letter André de voorzitter van de club hier in Krimpen aan de Lek. Ik sprak al snel mijn teleurstelling uit over de prestaties van onze duiven. “Aan het trainen ligt het in ieder geval niet “zei ik lachend als een boer met kiespijn.
”Wat we dit jaar missen aan jouw duiven”sprak André met een serieus gezicht.”Jouw duiven fluiten niet” “Normaal horen we jouw duiven fluitend overkomen,dan vallen ze zo hard dat we ze gewoon horen fluiten ,en dat missen we dit jaar” “Dat klopt helemaal”ging Arie verder “,als jullie duiven goed zijn dan zie je ze amper, maar hoor je ze gewoon fluitend vallen”.
We hadden 50 duiven ingekorfd. In onze club (waar ook niet echt goed gespeeld werd dit weekend) waren 353 duiven ingekorfd en daar beginnen we met prijs 3 en vliegen er 34/50 in de prijzen. We gaan hard aan het werk deze week om de toverfee die de form brengt toch op het hok te krijgen. We hebben voor ons gevoel eigenlijk nog nooit zo slecht gevlogen als dit jaar. Maar het doet niets af aan de liefde die we voor onze duiven en de duivensport voelen. We blijven hard werken en dromen van betere tijden.
|
Donderdag 25 mei 2023. Onderstaand stuk schreef ik al bijna drie weken geleden. Door diverse omstandigheden kwam het er maar niet van het te plaatsen op mijn site. Nu eenmaal getroffen door de Covid en daarom een paar dagen thuis zijnde, dacht ik het moet er toch maar eens van komen. Hierbij mijn eerbetoon aan mijn overleden sportvriend Cor Buis Senior uit Aalsmeer. Groot kampioen, leermeester, concurrent en supporter.
De duivensport verloor een groot kampioen
Zaterdag 6 mei 2023. Op het moment dat de duiven van alle afdelingen onderweg zijn op naar hun thuisbases dwaalden mijn gedachten af naar twee weken geleden. Twee weken geleden verloor de duivensport namelijk een groot kampioen. Een groot kampioen, vooral van voor de tijden van het internet en dus de tijd dat iedereen de uitslagen van alle afdelingen kon volgen. Op zaterdag 22 april verliet Cor Buis Senior uit Aalsmeer namelijk het tijdelijke voor het eeuwige. Enkele uren nadat hij samen met Cor Junior nog een mooie vroege duif mocht begroeten van de vlucht vanuit Duffel werd hij gevonden bij de hokken. In de vereniging zat men op dat moment te wachten op de klok van junior die door senior gebracht zou worden. En die nooit kwam ….
Met het overlijden van Buis ging na het eerdere overlijden van Arie van Dam binnen korte tijd een tweede meer dan markante en in dit geval toonaangevende melker “uit het Amsterdamse” van ons heen. Waar van Dam op mijn netvlies gebrand stond als de ultieme bestuurder, stond Cor Buis voor mij voor de moderne grote kampioen.
Buis was de liefhebber waar ik voor het eerst zag hoe duivensport aan de top gespeeld werd. En dat was/is inmiddels al wel een tijdje geleden. In 1989 begon ik mijn schrijversloopbaan bij het toenmalige Duivensport Nederland, één van de toen nog vele duivenmagazines die Nederland destijds kende. Het was een tijd waarin alle telefoonnummers van de liefhebbers nog niet op straat lagen dus benaderde ik de hoofdrolspelers voor mijn reportages via de voerhandel van de Fanger-Rutte, of heette het toen nog zelfs “Jan Neimeyer”? In de nog altijd bestaande voerwinkel sprak ik als eerste Willem Wassenaar uit Abcoude aan voor mijn eerste reportage. De tweede hoofdpersoon voor een reportage van mijn hand werd Cor Buis (nog zonder senior) uit Aalsmeer. Echter de afspraak hiervoor werd geregeld door Hanny Fanger. Buis was voor mij toen namelijk de grote kampioen die ik als jongeling in de sport (22 jaar) bijna niet durfde te benaderen.
En zo toog ik aan de vooravond van het seizoen 1989 op een mooie zaterdagmorgen naar Aalsmeer, om precies te zijn de Aalsmeerderweg 108. Ik kwam in mijn nog jongere jaren regelmatig in Aalsmeer wanneer mijn vader eenjarige plantjes ging inkopen voor zijn handeltje of voor de eigen achtertuin, maar zelf was ik nog nooit alleen naar een duivenmelker in Aalsmeer gereden. In de huidige tijd is het bijna niet meer voor te stellen, maar Aalsmeer voelde toen echt ver weg vanuit het veel Oostelijker gelegen Diemen. Iets dat vanaf dat eerste bezoek overigens direct veranderde.
Ik ontmoette Buis die zaterdag in de kantine van de grote kwekerij die hij samen met zijn broer Frits runde. Men teelde Kalanchoes (zie afbeelding), een destijds zeer populair plantje. En een plantje dat je door Cor Buis zo ongeveer bij elke topliefhebber in Nederland en België aantrof. Buis had namelijk altijd een zeer goede neus voor goede duiven en vond de topliefhebbers altijd ruim voordat de massa er kennis van had genomen. Al dan niet via een tip van een andere kampioen. Op zijn eerste bezoek bracht Buis altijd een traytje plantjes mee en aangezien deze plantjes lang meegingen stonden ze zo ongeveer overal in den lande.
Na de eerste kennismaking in de ruime bedrijfskantine (want de kwekerij kende destijds zo’n 40 medewerkers) togen we naar de hokken. Die lagen op de eerste verdieping, ingebouwd in de nok van de oude bedrijfskantine, die was omgebouwd tot duiven-eldorado. Hier bevonden zich de ruime weduwnaars hokken. Ik meen dat er destijds 36 doffers huisden in de vier afdelingen (die er overigens anno 2023 nog altijd zijn). Het was er adembenemend ruim en schoon, en de klasse van de duiven die afkomstig waren van Peer van Gompel en Nellis van der Pol droop er af.
Buis was in 1985 weer gestart met duiven van bovengenoemde liefhebbers nadat in 1984 al zijn duiven uit een eerdere glorieperiode met Jan Snoek (de roemruchte combinatie Buis-Snoek) publiekelijk verkocht werden onder auspiciën van Sportblad De Duif. Een herstart die de concurrentie in de toenmalige afdeling Amsterdam geweten heeft. De eerste plaatsen in de afdelingsuitslag werden aaneengeregen. En vooral op het korte werk was Buis met de machtige Vitesse-Midfondduiven die hij onder de pannen had bij tijden onklopbaar. Aalsmeer was een machtig duivencentrum met veel duiven. Topkwaliteit duiven, en wellicht de beste hiervan zaten op het hok Buis. Zo vloog hij ooit een Navlucht-kampioenschap bij elkaar met slechts 4 verliespunten op 5.000 punten. En dat in een afdeling met bijna 1.000 duiven.
Deze laatste prestatie vormde overigens de directe aanleiding voor mijn bezoek. Tijdens dit bezoek vloog de tijd en absorbeerde ik ieder woord van de grote kampioen. Toen de inwendige mens versterkt moest worden reed Buis uw jonge reportertje in zijn klassiek Mercedes 300SEL naar de palingrokerij van de gebroeders Eveleens in Burgerveen voor een warm broodje met verse paling. Iets dat overigens nu ook nog altijd kan want de palingrokerij bestaat nog altijd.
En na ‘s middags nog even de puntjes op de “i” gezet te hebben voor de reportage toog ik terug naar het verre Diemen. Een unieke ervaring rijker.
Helaas heb ik het artikel dat ik toen schreef niet meer, maar het eerste contact met Cor Buis mondde uit in vele bezoeken in 1989. Zodra er op zaterdag tijd was reed ik naar Aalsmeer om aldaar vroege duiven te zien vallen. Dit gebeurde best wel vaak omdat ik zelf niet altijd deelnam aan de vluchten. En zelfs doordeweeks kwam ik er weleens. Meneer Cor Buis werd Cor voor mij, al voelde het altijd een beetje vreemd hem zo te noemen.
Al die bezoeken en mijn eigen uitslagen deden mij inzien dat ik betere duiven moest zien te krijgen. En wat was dan een beter adres om aan te kloppen dan bij Cor. Zo zogezegd, zo gedaan en in de nazomer van 1989 bestelde ik de tweede ronde eieren van de weduwnaars voor het seizoen 1990. En niet een paar, maar de hele ronde, 60 stuks! Het betekende een nog intensiever contact met de grote kampioen omdat de kweek op elkaar afgestemd moest worden.
Dit laatste verliep niet helemaal perfect omdat mijn duiven wat vlotter legden. Hetgeen betekende dat Cor ongeveer de helft van zijn weduwnaars toch nog maar een jong liet groot brengen om aan de bestelling te voldoen. Tegenwoordig wellicht ondenkbaar maar ons contact was dusdanig goed dat Cor dit gewoon deed.
Direct na de levering van de laatste jongen bestelde ik direct nogmaals 20 eieren voor het seizoen 1991. Meer ging niet want de overige eieren waren al besteld door Wim Klaverstijn junior uit Amsterdam West. Iets waarvan Wim tot de dag van vandaag geen spijt van zal hebben gehad want jarenlang vormden de duiven uit deze eieren de basis voor Willem’s successen. De afstemming verliep dat jaar beter, mede omdat ik van baan was gewisseld en een auto van de zaak had plus gedurende de winter van 90/91 en het voorjaar 91 werkzaam was in de regio Leiden. Hierdoor kon ik op weg naar huis makkelijk aanwippen.
Overigens was het niet direct bingo met de Buis duiven. De eerste successen werden pas echt geboekt vanaf 1992. Niet helemaal toevallig nadat ik in de winter van 1991 op een avond naar Aalsmeer trok om de koppels te laten vaststellen door de grootmeester zelf. Ook kreeg ik die avond “het recept” om de presteren. Om aandringen van zijn vrouw An gaf Cor mijn zijn exacte voedingsschema plus de opmerking dat ik bij dierenarts Hans van der Sluis moest vragen na “Orni-Buis”. Hetgeen een sterkere versie was van de het gemiddelde Ornithose middel dat destijds op zondag na de vluchten werd gegeven. Het waren andere tijden ….
Doordat ik zelf beter begon te presteren en gewoon alle vluchten meedeed in de jaren die volgden (in 1992 en 1994 behaalde ik het generale kampioenschap in de club) kon ik in de seizoenen ‘92, ‘93 en ‘94 niet meer zo gemakkelijk naar Aalsmeer afreizen om duiven te zien, maar zodra er een gaatje was bezocht ik de grote kampioen alsnog. Zo herinner ik mij nog een compleet verregende St. Vincent waarop Cor een doffer had ingemand. De doffer die hem jaarlijks redde op Bergerac (dat toen nog telde voor het Generaal kampioenschap) kwam echter veel te laat, maar het werd desondanks een prima morgen. En dat seizoen redde de doffer hem gewoon weer op Bergerac.
Ook herinner ik ons nog wel de opmerkelijke contacten die ik had in die jaren. Zo ging aan het begin van het seizoen bij Cor niet zo lekker (het zal in ’93 of ’94 geweest zijn) en onzeker als hij bij tijd en wijle kon zijn, vroeg hij mij als kleine kampioen annex krabber welk merk voer ik op dat moment voerde!!??? Op dat moment viel ik zo ongeveer van mijn stoel, maar leerde ik ook dat zelf grote kampioenen soms bijzonder onzeker konden zijn. Iets dat later nog wel eens door mijn hoofd ging wanneer ik tijdens mijn betere jaren twijfels had over het één en ander.
Ook kan ik mij nog goed herinneren dat ik samen met Cor een verkoping van de Combinatie van Vliet-Mastrigt bezocht en dat ik na een of andere bijeenkomst van PV Bovenkerk in zijn mooie Mercedes naar huis moest rijden omdat dat bij Cor zelf niet zo best meer ging.
Echter alles werd een beetje anders na het seizoen ’94. Economisch ging het niet bepaald lekker met de plantenteelt en dus Cor’s kwekerij, terwijl sportief de prestatiedruk steeds zwaarder begon te wegen. Het resulteerde in het besluit om te stoppen en te verhuizen naar Deventer om als verzorger van de vliegduiven van Hillie Romein op De Frederikshof in Twello aan de slag te gaan. Het betekende dat de duiven wederom onder de hamer kwamen. Ditmaal verzorgde Bert Braspenning uit Zaandam de verkoop die werd gehouden in zaal Raecks in Haarlem. Het werd voor die tijd een groot succes met een opbrengst van meer dan 100.000 gulden. Vooral omdat enkele jaren eerder een groot aantal topduiven al was verkocht aan de Frederikshof.
Voor mij waren de prijzen op de verkoping in Haarlem een beetje te hoog en daarom besloot ik elders “Buis-duiven” aan de schaffen. Er waren in die jaren best wel veel liefhebbers die duiven van Buis aangeschaft hadden en deze vervolgens publiekelijk te koop aanboden. En de prijzen voor deze rechtstreekse Buis-duiven waren stukken lager dan tijdens de verkoop in Haarlem. Zo kan ik mij nog goed de verkoop van Maurice van der Kruk en zijn vader in Arnhem herinneren. Hier kocht ik, samen met mijn vader zes Buisduiven. Waaronder de rechtstreekse 91-137, de Parel genaamd. Uiteindelijk de doffer van een super kweekkoppel samen met een dochter (90-139) van de ruggenpakker de NL87-1754036”. Een ringnummer dat ik mij ruim 34 jaar nadat ik het voor het eerst zag nog altijd kan herinneren. Niet toevallig waren Cor en zijn zoon Cor junior ook op deze verkoping van aanwezig. Cor Junior had de duivensport in Aalsmeer weer opgepakt en vader en zoon probeerden het oude soort weer zoveel mogelijk op de hokken terug te krijgen.
Deze NL87-1754036, ook wel de crack genoemd, die verhuisd was naar de Frederikshof zorgde ervoor dat ik Cor ook tijdens zijn jaren in Deventer/Twello nog een aantal keer bezocht. In 1995 bestelde in een jong uit de Crack en een aantal jaren later nog een keer. Voor de rest beperkten de contacten zich in die periode tot toevallige ontmoetingen op beursen en andere duivenaangelegenheden. Daar troffen mijn vader en ik, de senior en junior dusdanig regelmatig dat er een goed contact ontstond met Cor junior.
Contacten die de band met de familie Buis weer aanhaalden, en resulteerden in een nieuwe verhuis van Buis-duiven naar Diemen in het jaar 2000. Wat geen van ons echter op dat moment kon weten was dat iets meer dan twee jaar later, in het voorjaar van 2002 mijn eerste duiven zouden uitvliegen in Aalsmeer op nog geen 200 meter afstand van de beroemde hokken op nummer 108.
Door mijn verhuizing naar Aalsmeer werden Cor Junior concurrenten maar vooral dikke sportvrienden waardoor de contacten met senior natuurlijk ook weer intensiveerden. Het was prachtig om min of meer samen op te trekken in de sport. Vooral toen in Cor na het seizoen 2014 of (was het 2015) besloot terug te keren naar Aalsmeer. Zo was Cor senior een seizoen behulpzaam bij het loslaten van mijn jonge duiven, terwijl Cor junior wekelijks mijn duiven ophaalde met zijn duivenauto aangezien de manden maar moeizaam in mijn kleine Pandaatje gingen.
Ook keken we, waar het ging, naar de aankomsten van elkaars duiven. Daarnaast dreven we elkaar qua prestaties op tot grote hoogte. Een duif draaien voor Cor Buis stond in al mijn Aalsmeerse jaren synoniem voor een vroege. En vermoedelijk dachten vader en zoon Buis hier omgedraaid hetzelfde over. Vooral in het seizoen 2017 zorgde dit voor ongekende resultaten op beide hokken. Het is bijna niet meer voor te stellen maar we namen het op tegen de melkers in Zaandam en het spel op de Vitesse, Midfond, Jonge duiven en Navluchten werd gedomineerd door ons beider hokken. Echter alles in harmonie en zonder afgunst. Duivensport zoals ze hoort te zijn.
Na mijn besluit om te emigreren naar Maleisië werden de contacten met zowel senior als junior natuurlijk minder. Echter de deur stond altijd open aan de Aalsmeerderweg 108 als ik weer eens in het land was. Ook weet ik dat senior de eerste jaren na mijn vertrek nog altijd een oogje hield op mijn hokken. En vooral om te kijken of er niet toevallig een verkochte duif ontsnapt zou kunnen zijn. Voor zover ik weet is dit echter nooit gebeurd.
Door de pandemie verwaterden de contacten de laatste jaren nog een beetje meer, met af en toe een berichtje bij een verjaardag of een goed resultaat. Tot zondag twee weken geleden toen junior mij berichtte dat senior daags ervoor was overleden. Gestorven in het harnas en kort na het zien vallen van weer eens een vroege duif. Eigenlijk best wel passend bij de grote kampioen die Cor Buis senior was.
Sungai Buloh, Michel Beekman
Tijdens een korte vakantie op Schiermonnikoog zag ik een paar postduiven op een schuur zitten. Mijn nieuwsgierigheid was meteen gewekt, want volgens mijn informatie woonden er geen duivenliefhebbers meer op het eiland. Nog even verder speurend zag ik een duivenhok wat duidelijk in verval was en de postduiven die ik er zag zitten bleken ook al flink op leeftijd. De eigenaar van het hok en de duiven bleek de 87-jarige Hidde Smidt te zijn en deze bleek wel bereid te zijn mee te werken aan een column. Toevallig had hij kort daarvoor mijn foto in het Spoor der Kampioenen zien staan en wist hij zelfs wie ik was. Hoewel hij al 5 jaar niet meer meevliegt is hij nog steeds een trouwe lezer van dit blad en volgt de duivensport nog op de voet.

Hidde heeft zijn leven lang duiven gehad. Als kind in Wierum waren dat nakomelingen van verdwaalde postduiven die op de boerderij van zijn grootvader huisden. Later toen hij naar Schiermonnikoog verhuisde waar hij in 1957 als buschauffeur ging werken, waren er ook weer duiven, ook toen nog steeds een allegaartje. Maar nadat hij eind jaren 60 in gesprek raakte met een duivenmelker uit Hoogeveen, die te gast was in het hotel waar Hidde destijds werkte, sloeg het postduivenvirus toe. De desbetreffende liefhebber zat een duivenkrantje te lezen en dat wekte de interesse van Hidde. Nadat deze liefhebber de duiven van Hidde had gezien beloofde hij hem “echte” postduiven. En zo kwam Hidde eind jaren zestig in het bezit van 4 postduiven van het soort Huyskens van Riel.
Op Schiermonnikoog waren destijds nog enkele duivenliefhebbers, maar er was geen vereniging. Hidde vond dat er een duivenvereniging moest worden opgericht en toen er nog enkele andere enthousiastelingen gevonden werden om zitting in het bestuur te nemen, werd op 28 november 1970 PV de Waddenvliegers opgericht. Deze vereniging werd helaas een jaar of 5 geleden eveneens door Hidde opgeheven toen er nog maar enkele leden over waren. Dus Hidde stond aan het begin en aan het einde van de duivensport op Schiermonnikoog. Inmiddels is hij nog de enige met postduiven op het eiland. Veel zijn het er niet meer, nog 11 in totaal. Dit zijn de duiven die Hidde veel sportgenoegens hebben bezorgd en zij mogen hun laatste adem op zijn hok uitblazen. Hun leeftijd varieert van 12 tot 19 jaar.
Hidde bewaart mooie herinneringen aan de duivensport en heeft door de jaren heen ook leuke successen behaald. Geen grote aansprekende overwinningen, maar wel mooie uitslagen op voornamelijk de dagfond. Hidde herinnert zich de vroege aankomsten van nationaal Helmstedt en Tours (rond de 800 km) nog goed. Ook werd in de cc diverse malen het duifkampoenschap dagfond gewonnen. Een van deze duifkampioenen verblijft als inmiddels 19 jarige krasse knar nog steeds op het hok. Hidde had duiven van vele liefhebbers door het hele land. De successen van de laatste jaren werden voornamelijk behaald met nazaten uit duiven van P. Venema uit Workum, Ton de Vries uit Nieuwleusen, Jan Hopman uit Noordbergum en Eltjo Glazenburg uit Winschoten.

Dat de vereniging moest worden opgeheven en dat daarmee de duivensport van het eiland is verdwenen vindt Hidde op zich wel erg jammer, maar voor hemzelf was het ook wel mooi geweest. Het werd gezien zijn leeftijd geleidelijk aan ook te zwaar voor Hidde. Het slepen met de manden en de druk om te zorgen dat de duiven op tijd op de veerboot stonden, was in zijn jonge jaren soms ook best een hele belasting, maar als je gezond van lijf en leden bent kan er vaak veel, dat op latere leeftijd niet meer gaat. Dus voor Hidde was het wel goed zo na bijna 50 jaar duivensport. Duivensport op een eiland heeft zo zijn eigen dynamiek en daar kan Hidde uren over vertellen. Bijvoorbeeld de eerste keer in 1971 dat de duiven van de kersverse vereniging met de veerboot mee moesten en toen de leden met de duivenmanden bij de haven aankwamen, de veerboot net zagen wegvaren. De mannen zagen hun eerste vlucht al in rook opgaan, want de duiven moesten immers op tijd op de vaste wal bij de toenmalige vereniging in Anjum worden aangeleverd. Echter de schipper van een vrachtschip met levensmiddelen die net had aangemeerd, zag het gebeuren en was bereid om de tocht van drie kwartier naar de vaste wal opnieuw te maken als de duivenliefhebbers hem later op de avond dan zouden helpen om zijn boot te lossen en de goederen bij de supermarkt en andere winkels af te leveren. Dat beloofden ze graag en zo konden de duiven van Schiermonnikoog toch nog mee op de vlucht.

Duivensport op Schiermonnikoog was ook een stuk duurder dan elders in Nederland. Duiven opleren werd om die reden dan ook niet gedaan, want alleen al de overtocht met de auto kost 50 euro. Met je duiven naar een dierenarts was ook een hele onderneming, want op het eiland was geen dierenarts. Van even een zakje voer halen was ook geen sprake, want alles moet op de vast wal worden gehaald waarvoor altijd een overtocht met de veerboot moet worden gemaakt. Sowieso moeten om duivensport op het eiland te kunnen uitoefenen, veel meer kosten worden gemaakt dan op het vaste land. Elektronisch constateren is ook aan de duivenmelkers van Schiermonnikoog voorbij gegaan. Tot het laatst toe is met gummiringen geconstateerd.
Niet alleen voor de liefhebbers was het niet gemakkelijk. Ook voor de duiven zelf wogen de laatste loodjes vaak zwaar. Vanaf de wal moeten de duiven nog een kleine 20 kilometer over zee en dat zijn vaak lastige kilometers gezien de meestal hardere wind en niet zelden ook mist, zeker aan het eind van de dag of in de ochtend. Als ze dan verongelukken zal je er over het algemeen niets meer van horen, maar toch is het Hidde twee keer gebeurd dat hij bericht kreeg over een duif van hem die in het zicht van de thuishaven verongelukt was. Eenmaal werd een dode duif gevonden in Lauwersoog en eenmaal op het strand van Schiermonnikoog zelf. Beide duiven hadden er al een kleine 800 kilometer opzitten, maar de laatste kilometers waren er net een paar teveel.
Tot zover het verhaal van de eerste en tevens ook de laatste postduivenliefhebber van Schiermonnikoog.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dit weekend hebben we mogen genieten van een ongelooflijk mooi duivensportweekend.
De oorzaak was natuurlijk het weer. Veel mooier weer voor sportduiven bestaat er niet. Wij hadden ingekorfd voor de eerste dagfondvlucht en voor Niergnies een vlucht van 218 km. Omdat de doffers verleden week een week thuis waren gebleven hebben we besloten de jaarling doffers allemaal op de vitesse vlucht te zetten. En ook de duivinnen die verleden week geen prijs hadden gevlogen hebben we op de korte vlucht gezet. We hadden er totaal 30 mee op Niergnies. Op de dagfond vlucht Vierzon hadden we 6 oude ervaren doffers en 18 duivinnen ingekorfd. De duiven voelden prima aan en ik was er van overtuigd dat ze er klaar voor waren. Ze trainden geweldig goed , de doffers waren zelfs haast niet te stoppen. Alleen de twijfel dat ze nog last hadden van het verduisteren maakte me nog wat onzeker.
We zijn nu 2 weken gestopt en volgens ervaringsexperts duurt het wel 4 weken voordat het effect van het verduisteren is verdwenen en de vorm zich aandient. Toen ik de jaarling doffers inkorfde schrok ik van de conditie maar wel in de positieve zin. Ze waren haast te mooi voor zo’n kort vluchtje en stonden er eigenlijk op voor een dagfondvlucht. Met de gedachten in mijn hoofd dat ze aankomende week weer een 400 km mogen vliegen met NO wind was ik daar wel content over.
Jochem was al vroeg van de partij en we verwachtten de duiven zo rond 11.15, er was weinig te zien in de lucht en wat er vloog kwam van de kust richting het binnenland. Plots zien we een duif uit precies de goede vlieglijn aankomen steken. Na een lange draai viel ze uiteindelijk op de val plank en de kop was eraf.
Het bleek een jaarling duivin te zijn die ik hoog heb staan en niet op de dagfond had gezet omdat het in mijn optiek ook een razendsnel duifje is. Ik geloof dat “wat goed is snel komt” en dit duifje komt uit een duivinnetje wat we hebben gekweekt uit een paar eieren die ik van Paul Couwenberg heb gekregen. Ze komt uit een super laat duivinnetje van 2021 gekruist met een super laat doffertje van mijn eigens stam. Ze vloog in ieder geval goed op tijd en speelt de 2e in de club tegen 600 duiven en de 10e in de kring tegen 1021 duiven. Dan moeten we even wachten en komen de duiven bijna allemaal iets te laconiek aan vliegen, een kwestie van nog niet scherp staan en te ruim/vet voer voor zo’n kort vluchtje.
We vliegen 18 van de 30 in de prijzen en zijn tevreden. Dan wordt het wachten op de Vierzon duiven. Het werd een gezellige boel ,de vaste letter van buurman Arie kwam bij mij letten omdat Arie geen duiven mee had. Deze 84 jarige Kees heeft zelf ook heel goed gespeeld en komt wekelijks bij Arie de duiven opwachten. Ook Nico kwam weer kijken en Kees de Hoed was samen met Pascal ook weer van de partij. Jochem en ondergetekende horen natuurlijk bij de inboedel. Al met al een gezellige drukte en na de koffie begon het echte wachten.
Verleden jaar won onze super duivin “Hannah” op dezelfde 1e NPO vlucht de 1e prijs en de 10e NPO tegen 16.000 duiven met een snelheid van 1166 mpm. We hadden dus een leidraad maar als we de snelheid van Niergnies aanhielden zouden ze toch eerder moeten komen. Even over half 4 komt er duidelijk een stip naderbij recht uit de vlieglijn. De stip wordt groter en het bleek een duif te zijn ,die ook duidelijk maakte dat hij bij ons moest zijn. Als een raket kwam ze uit de warme lucht vallen en het bleek dezelfde jaarling te zijn die verleden week de 1e prijs won op Pontoise.”Is het Hannah”vroeg Pascal aan Jochem.”Nee”zei Jochem”Die valt nog veel harder”Die komt zo hard en zo laag over de schuttingen van de tuinen dat je soms alleen maar een flits ziet””Kijk zo komt zij aan vliegen”en Jochem wees naar de tuinen achter de huizen richting het hok van buurman Arie. We zagen alleen een schicht net over onze schutting scheren en op de valklep vallen.”Zo doet Hannah dat dus”zei Jochem tegen Pascal en ze moesten er samen hartelijk om lachen.”Hannah zat één meter achter onze 1e duif. Dan 4 minuten later valt er weer een jaarling duivin en komt de trein op gang en komt de een na de ander uit de warme lucht vallen. Er was niet aan te zien dat ze een dikke 8 uur tegen de wind in geknokt hadden om thuis te komen. In ons rayon waren 615 duiven ingekorfd en daar vliegen we 6-7-11-30-34-35-36-37-52-56-72-73-76-77-78 enz. 24/19 .We werden daar zelfs 3e grootmeester. De resultaten worden beter en we komen er aan maar onze duiven vliegen nog niet vroeg genoeg. We zijn op Vierzon 2 duiven verspeeld waaronder een doffer van 2019 die verleden jaar nog op tijd zat van Bordeaux en die zeker 15 dagfond vluchten goed gevlogen heeft.
Jammer maar dat betekent wel dat de rest bijna allemaal prijs hebben gevlogen 22/19.
Wat nog heel mooi is om te vermelden is het resultaat van clubgenoot Jan Ouwerkerk. Jan is 84 en de jaren gaan ook bij Jan tellen. Zijn schoonzoon Rik haalt wekelijks zijn duiven op omdat Jan dat niet meer kan. Maar Jan is en blijft een kampioen en weet hoe hij een duif moet klaarmaken voor een vlucht. Dat bleek dit weekend weer eens .Jan vloog op Vierzon de 1e prijs met 8 mee en op Niergnies won hij ook de 1e prijs. Ik zou haast zeggen “Nadoen” Grote klasse van een groot kampioen!!
Afgelopen weekend de zelfde vlucht als afgelopen weekend gehad met een verassende winnaar in de club, waar het een overnachtspeler was of wel spelers, het is immers een Combinatie, Huigens - vd Molen was dus 1 op deze best wel zware vlucht aangezien het Noord - Oost was met een aardige wind dus er was werk aan de winkel voor de duiven, maar goed de uitslag verder was wel weer programma spelers met een Dirk Huizinga op 2/8/9 en 4/6/7 Adriaan Doornewaard met aan sluitend J.J. Barendrecht op 5 en E.J. Bos op 10 , nu zie ik u denken..... plek 3 wie was dat? tja dat was een jeugdlid al zie ik hem niet meer zo hij is immers volwassen zat, Jason was dus 3de en dit wel met een heel aparte gedachte, we moesten er wel om lachen met ze 2tjes, hij zij tegen me dat hij maar echt bier moest drinken omdat iedereen die dat doet vroeg zit??? nu heeft hij dat gedaan en boem plek 3, toch lachen dat dat gebeurd, nee effe dolle idd maar Jason netjes gedaan kerel.
Verder waren hier geen duiven mee van mij, dennis had er 2 mee 2 thuis alleen te laat helaas, maar goed hij doet ze best en heeft er schik in, het leuke is dat zijn broertje nu ook lid is en er dus 3 hokken los moeten op een dag en dus druk verkeer hier op het erf, nou goed zolang ze luisteren naar mij en niet te veel de boel laten verpieteren is het goed, is ook de afspraak met ze, zelf doen en opletten.
Nou goed verder lijkt het aardig op zijn plek te vallen behalve de jongen, deze willen niet vliegen? apart!! dus we zullen zien wat daar de reden van is, ben niet snel van slag dus we kijken het nog effe aan.
hier onder een korte Update wat betreft de Weduwnaars.
laterssssssss
Video van WhatsApp op 2023-05-24 om 14.29.46.mp4
|