
R.M.O. Tentoostelling zie voor meer hieronder


Hieronder plaatsen wij een brief van twee leden die het echt opgeven omdat er niet naar een normalen oplossing gezocht kan worden heel jammer dat we zo met leden om gaan in Afdeling 5. En zo lopen er meerderen liefhebbers rond met de zelfde gedachten dus bestuur let op.


→Kees v/d Broek en Zn.←
Kees v/d Broek vliegt samen met zijn zoon Arjan v/d Broek.
Het is een bewogen jaar geweest voor deze combinatie.
Met de jonge duiven ging het niet zo heel goed tijdens de eerste vluchten en daardoor besloten
ze om de jonge duiven alleen op de natour te spelen.
In de vereniging behaalde deze heren regelmatig een mooie prestatie.
Zo hadden de heren op de midfond vlucht vanuit Melun een mooie eerste duif in de vereniging.
En op de natour vlucht vanuit Roye ook een mooie eerste duif in de vereniging en in afdeling
7 Midden Nederland een 18e plaats tegen 6.983 duiven en in de Regio A een 3e plaats tegen 2,689 duiven.
In de Regio A2 zijn ze 4e onaangewezen natour geworden.
Kampioenschappen van de vereniging: Midfond 2e onaangewezen. 4e aangewezen, Natour: 7e
onaangewezen, 2e aangewezen.

|
|
|
|
|
|
|
|
|
De eerste wedvlucht op het programma van Limburg Totaal werd een zege voor Leo Olischlager uit Nijswiller.
Toen de ochtendnevel zover was opgetrokken dat het zicht op de vluchtlijn goed was, werden de duiven in Charleville om 10.15 gelost met een kalm Z-W-windje. Om 11.49 wist Leo zijn weduwduivin duivin “Zoë”, met ringnummer Nl15-1130651, welke als een komeet heel hoog uit de lucht kwam aanzetten, te klokken op een afstand van 147 km. Zij zou de hoogste snelheid van het hele konvooi van 18.851 duiven behalen en wel 1554 m/min. Later kreeg hij van het NPO-bureau een telefoontje dat het zelfs de hoogste snelheid bleek te zijn van alle duiven op de concoursen van de NPO-afdelingen.
Ze ging de mand in als duivin op dubbel weduwschap. Leo had ontdekt dat ze tijdens het samen zijn na de eerste vlucht had aangepapt met de buurman doffer, die op dat moment geen duivin had. Ze wipte van de ene naar de andere nestbak en dit zal haar extra gemotiveerd hebben om zo snel naar huis te komen.
Op de openingsvlucht van het seizoen was het ook Leo’s eerste duif en won ze de 8e prijs in SS De Zuid-Oosthoek tegen 962 d.
Haar vader is de “411” van ’13, een puike vliegdoffer met o.a. een 4e Lorris (333 d) en 7e Rethel (603 d). Het is een zoon van “De 21” van ’03 een van de beste vliegduiven van Leo en inmiddels stamduiven. In de “411” zit het soort van de Gebr. Van der Ven x Joop Groenen.
Haar moeder is het”679” van ’13 en is rechtstreeks van Guido Loockx uit Tessenderlo. Lijn “Kai Mook” en “Princes”
Leo had op Charleville 37 duiven (20 duivinnen) mee en wint in SS De Zuid-Oosthoek tegen 974 duiven 1-47-48-50-85-92 etc. (17 pr)
In Limburg Totaal tegen 18.851 duiven werd het 1-91-96-98-194-215-558-610-868-939-969 etc. en won hij 22 prijzen.
Spel en verzorging
Leo weet zich elk jaar weer in de kijker te spelen met prima uitslagen en vooral op zijn favoriete dagfond- en de fondvluchten met morgenlossing. Zo behaalde hij afgelopen jaar o.a. nog het 9e duifkampioenschap op de morgenlossing in Limburg Totaal en Afdeling Limburg.
De basis van zijn duiven voor de Vitesse/midfond/dagfond vindt zijn oorsprong bij duiven van dorpsgenoot Albert Dusch, Gebr. Van der Ven uit Hoensbroek, Man Lassauw uit Vaals, Gebr. Opladen (Duitsland), Henk de Weerd en aangevuld met een duivin van Joop Groenen uit Ooij en Guido Loockx uit Tessenderlo.
Voor de vluchten met morgenlossing zijn het de duiven van de combinatie Janssen-Hausoul uit Epen en Rinus Domen uit Gulpen aangevuld met enkele duiven van Dr. Peeters uit As.
Leo beschikt over 8 doffers en 12 duivinnen voor de programma vluchten en 8 doffers en 8 duivinnen voor de vluchten met morgenlossing.
Met beide groepen vliegt hij op totaal weduwschap. Samen met de 12 kweekkoppels werden ze begin januari gekoppeld. Ze brachten een koppel jongen groot. De duivin werd wegenomen toen de jongen ca. 18 dagen oud waren en de doffers verder voor de jongen zorgden tot deze gespeend werden. Daarna zaten de duiven op weduwschap. Tot half mei komen zowel de doffers als duivinnen dagelijks een keer los voor hun training. Daarna gaan de doffers tweemaal daags los en de duivinnen enkel in de namiddag. Dit seizoen werd er met de doffers pas een week voor de eerste vlucht begonnen aan de dagelijkse training, terwijl de duivinnen al enkele weken dagelijks los kwamen. Na enkele dagen trainden de doffers al zeer goed zodat Leo alles inmande zonder ze verder eerst op te leren.
Voor het inmanden kwamen de doffers en duivinnen nog niet samen. Alleen na de vlucht en dit samen zijn is afhankelijk van de vlucht.
Na de vlucht krijgen de duiven de Beyers Sport Light Galaxy mengeling en afhankelijk van de vlucht wordt er een bepaalde hoeveelheid Beyers Sport Energy Galaxy toegevoegd. Voor de dagfond en fondvluchten wordt er een aantal voerbeurten alleen de Sport Energy Galaxy mengeling gevoerd. De duiven krijgen steeds voldoende.
Afgelopen winter waren de duiven in een puike conditie en lukte de kweek prima, zodat de duiven begin april enkel een kruiden-tricho capsule (op natuurbasis) van Dr. Peeters uit As kregen opgestoken en na de vlucht de bekende gele druppel (eveneens van Dr. Peeters) werd gebruikt.
Voor Leo, die afgelopen jaar nog door een diep dal moest gaan vanwege een zware medische ingreep, is deze overwinning zeker een opsteker en een vooruitzicht op een mooi seizoen. Samen met zijn echtgenote Jenny heeft hij er weer echt zin in.
Leo en Jenny proficiat!
Bron

Van collega duivenmelker Mattie Lippets uit Smilde kreeg ik een ingebonden jaargang van “Geïllustreerd weekblad DE POSTDUIF”. Het betrof 1931, 85 jaar geleden, een tijd die niemand van ons heeft meegemaakt. Ik heb er met veel plezier doorheen gelezen. Het toeval wil dat ik via Lammert Kooistra ook beschik over de historische notulen van onze postduivenvereniging De Luchtbode te Assen. Ik heb dus de notulen uit het jaar 1931 er even bij gepakt. Een landelijk blad en een lokale club in 1931. In dit artikel beschrijf ik enkele bijzonderheden.

Eerst iets over dat weekblad. Er zijn meer duivenbladen in die tijd, maar DE POSTDUIF noemt zichzelf “officieel orgaan van de voornaamste bonden in Nederland”. Dat zijn nogal wat bonden, ik tel er veertien, van de Noord-Hollandse Postduivenbond tot de West-Brabantse Verzendingsbond. Er waren trouwens nog meer organisaties in die tijd, en bedenk dat al die bonden hun eigen vluchten organiseerden en ook allemaal hun eigen ringen uitgaven!
DE POSTDUIF is een saai blad. Dat komt door dat “officiële” karakter. Al die bonden deden hun communicatie via het blad: verslagen van vluchten, uitnodigingen, reglementen, besluiten, en vooral: notulen. Ook veel verenigingen plaatsten wekelijks hun mededelingen. Al die teksten beslaan iedere week ongeveer driekwart van het blad. Voor de rest een rubriek over ziektes, een enkele reportage, een jubileum, korte stukjes uit andere duivenbladen, veel ingezonden brieven, een rubriek over het verloop der vluchten en nu en dan een meer algemeen artikel. Veel werd geschreven door de “redacteur-uitgever” G.J.D. Mingelen uit Assen. Overigens tref ik in de hele jaargang niets aan over de duivensport in de regio Assen. Het was echt een nationaal orgaan.
Foto uit de jaren ’30. Het ledenbestand is weer wat opgelopen. Vooraan zit het bestuur, in het midden voorzitter Balten, rechts naast hem secretaris Van der Werff en tweede van links penningmeester Van Staveren
Informatie over Assen vond ik dus in het notulenboek van De Luchtbode. Er werd toen meer vergaderd dan tegenwoordig, vier vergaderingen en een jaarverslag in 1931. Secretaris Van der Werff heeft gelukkig een prachtig handschrift. De heer Balten was voorzitter in die jaren en de bekende Gijs van Staveren penningmeester. De heer Mingelen van DE POSTDUIF was lid maar zat niet in het bestuur. De Luchtbode had in 1931 een slecht jaar. Er hadden net een paar leden bedankt, zodat er nog maar twaalf leden overgebleven waren. Sommige vergaderingen werden slecht bezocht en enkele vluchten gingen niet door vanwege te weinig belangstelling.
Duivenlossing bij de trein
Vervoer
Het vliegprogramma in 1931 vind ik opmerkelijk. Het lijkt eigenlijk heel erg op het huidige programma: veel vluchten, dezelfde opbouw, misschien nog iets meer fondvluchten, ook dubbelvluchten. Dat is opmerkelijk als je bedenkt dat al die bonden daar ieder voor zich voor moesten zorgen, de totale versnippering, èn als je bedenkt dat het vervoer wel iets lastiger was dan tegenwoordig. Alles moest met de trein! Vele tientallen vluchten en vluchtjes in ieder weekend. Eerst met die rieten manden naar het station, daar inladen. Er gingen meer dan duizend duiven in een wagon. Bij ieder transport gingen convoyeurs mee. Op de plaats van bestemming naar een geschikte losplaats met de wagons. Dan ’s ochtends de manden uitladen en opstellen, “uitzetten” noemden ze dat, en voorzien van “versch water”. Ondanks al dit gedoe zien we bij alle bonden een intensief vliegprogramma.
Vliegprogamma
Uit Mingelen’s rubriek Het verloop der vluchten en uit de gepubliceerde uitslagen krijg je een redelijk beeld van de vluchtresultaten in 1931. We worden bevestigd wat wij al weten: de duiven vlogen toen langzamer dan nu en er waren meer rampvluchten. Bij een klein beetje tegenwind haalden ze nauwelijks de 1000 meter per minuut, terwijl ze tegenwoordig makkelijk de 1200 meter zouden halen. Er was toen natuurlijk nog niet zo’n gedetailleerd zicht op de weersomstandigheden op de vlieglijn. Vaak werd bij een lossing volstaan met een enkel telefoontje. Dus werden de duiven vaker geconfronteerd met een onaangename verrassing. Ik tel in 1931 zo een handvol rampvluchten! En niet alleen op de fond.
Voorbeeld: 2 augustus, Vilvoorde, Nederlandse Algemene Bond, laat gelost, 13.10 uur, met oostenwind, de helft van de duiven gaat verloren.
De Nederlandse Bond van Zaterdagvliegers heeft in hetzelfde Vilvoorde de Noordelijke groep al om 11.00 uur gelost, is ook niet goed afgelopen. Vervolgens wilde men de zuidelijke groep lossen, maar dat lukte niet door het slechter wordende weer. Die groep kon dus op zaterdag niet gelost worden. Wat nu? De duiven werden wel op zondag gelost maar niet tegelijk! En bij een deel van de duiven had men de gummiring afgehaald. Zodoende werd een wedvlucht op zondag echt onmogelijk gemaakt!
Overigens valt op dat de concoursen bij goede weersomstandigheden heel snel sluiten, vaak al binnen tien minuten. Net als nu dus.
Rampvluchten
Gezamenlijke vlucht
Het vliegprogramma van De Luchtbode is ook behoorlijk intensief: van Beilen tot Bordeaux, met relatief veel fond (Orleans, Creil, Chateauroux, Corbeil, Limoges, weer Orleans en tenslotte Bordeaux). Met het kleine clubje van 1931 was het nog een hele toer om iedere week voldoende deelnemers en duiven bij elkaar te sprokkelen. In de vergadering was afgesproken om dit jaar wederom een gezamenlijke vlucht met De Snelvlieger te houden, de zaterdagvliegers uit Assen. Het werd Noyon op een afstand van 450 kilometer. Vorig jaar was die gezamenlijke vlucht jammerlijk mislukt: op zaterdag was er geen duif doorgekomen en De Snelvlieger vliegt dus niet op zondag! Dit jaar wordt de gezamenlijke vlucht wel een succes. Er deden 95 duiven mee waarvan ongeveer de helft op zaterdag geklokt werd. Er was een enorme serie extra beschikbaar gestelde (geld)prijzen. Hoe ze trouwens voor elkaar kregen dat Afdeling F van de NABvP en sector Noord van de NBvZ tegelijk werden gelost, is mij een raadsel.
In het jaarverslag van De Luchtbode wordt geklaagd over rampvluchten en foute lossingen, vooral bij de jonge duiven. In DE POSTDUIF vind ik daar eigenlijk niet veel over (behalve die genoemde Vilvoorde). Er is landelijk wel veel te doen over mislukte overnacht vluchten. En wat de één een rampvlucht noemt is voor de ander geen probleem.
Een voorbeeld: Dax met twee lossingen, “nationaal” op vrijdag gelost, de eerste duif valt te Roosendaal op zaterdag om 12.21 uur, pas op maandagmiddag om 13.22 uur wordt het concours gesloten. Dan ontbreekt dus nog 80 % van de duiven. Rampvlucht? Nee, want er zijn veel nakomers…
De andere lossing in Dax was van de NABvP en vond pas plaats op maandag om 11.00 uur, er kwam één duif door op dinsdagavond, vervolgens werd er geklokt op woensdag van 8.00 tot 16.30 uur. Niet zo ongunstig dus.
In die jaren werd er ook nog gevlogen vanuit verre Spaanse stations, zoals Valledolid (werd een ramp) en Burgos, een vlucht die internationaal redelijk is verlopen, maar in ons land niet: zondagochtend los, op dinsdag twee duiven en een week later nog niet gesloten…
De vluchten vanaf Engeland waren toen nog populair. Vanaf Harwich bleef de helft weg, maar Parkeston een week later kende een goed verloop met weinig verliezen.
Verliezen van jonge duiven
Ik was benieuwd wat er in 1931 geschreven werd over de verliezen van jonge duiven, tegenwoordig het grootste probleem in de duivensport. In de hele jaargang van DE POSTDUIF kwam dit onderwerp twee keer ter sprake: een ingezonden stuk en later een hoofdartikel van Mingelen. Het “verloren-gaan van jonge duiven” is een strikt incidenteel probleem. Jongen van sommige ouders willen niet blijven, een vervelend kenmerk van een enkel kweekkoppel. Niet veel aan te doen. Soms wordt de situatie nog bemoeilijkt door de ligging van het hok, diep tussen de huizen. Een zenuwachtig jong kan dat dan niet terugvinden. Dat was alles.
De Luchtbode na het inkorven. De manden moeten nog naar het station. Waarschijnlijk voor de werkplaats van Van Staveren, waar jarenlang is ingekorfd. Gijs van Staveren staat precies in het midden met stropdas.
Ruzies
De Luchtbode deed in die jaren nog iets anders samen met De Snelvlieger: de jaarlijkse tentoonstelling. In 1931 een groot succes. In het jaarverslag wordt trots vermeld dat De Luchtbode weer de meeste ereprijzen had gewonnen. Verder waren er wel klachten over de keurmeesters: de ene wil alleen maar donkere ogen, de ander alleen maar grote duiven. De kenmerken en normen waren toen nog niet zo duidelijk!
Ruziemaken is van alle tijden, en duivenmelkers kunnen er wat van. Wat tegenwoordig via de sociale media gebeurt, vond in 1931 op beperkte schaal plaats in het duivenblad. Zo’n krant verzorgde toen de totale communicatie. Vandaar die vloed aan ingezonden stukken. De meningsverschillen liepen soms hoog op. Waar ging het over? Die keurmeesters dus, verkeerde lossingen, foute bestuurders, reglementen, vliegen met andermans duiven, bedrog, opgevangen duiven, bonden die leden inpalmen. Enzovoort. Allemaal bekend.
In de notulen van De Luchtbode vind ik weinig over ruzies. Secretaris Van der Werff hield het netjes. Eén ding misschien. Iemand had bij geruchte vernomen dat er een soort afscheiding van De Luchtbode zou komen.. Niks aan de hand, volgens de voorzitter. Het ging om een “nevenafdeling van De Luchtbode” voor jongelui die onderling concoursen.
Financiën
Tenslotte nog iets over de financiën van De Luchtbode. Dit jaar moest er een nieuwe moederklok worden gekocht, zodat penningmeester Van Staveren een eindsaldo van f 50,41 overhield. De vergadering vond dat bevredigend. Verder kon hij nog melden dat na de lossing in Maastricht 1 mand en 1 drinkbak waren zoekgeraakt. Hij had daarover gereclameerd bij de Nederlandse Spoorwegen. NS betaalde een vergoeding van f 7,= .
De afdelingspenningmeester wilde een vergoeding van f 0,10 per lid hebben voor de radioberichten. Alle leden trokken de portemonnee en betaalden dat dubbeltje contant.

Op een erg warme woensdag pakte ik mijn spullen en de sleutels van de bus en reed ik naar Doetinchem. Een korte rit waarbij ik gelukkig kon genieten van de airco in de bus. Toen ik aankwam was Bart van den Bovenkamp, een van de grootste duivenliefhebbers die ik tot nu toe heb ontmoet, al bezig buiten en begroette me direct toen hij me zag. Hij nam me mee naar zijn achtertuin en toen werd het me al snel duidelijk: dit is meer dan zomaar maar een hobby!
Alle jonge duiven worden opgeleid tot de grote marathonvliegers. Bart vertelt: “Die grote marathonwedstrijden van 800 kilometer of meer, dat is echt waar mijn passie ligt.”
Om de tijden van de duiven te kunnen registreren, hebben de duiven allemaal een chipring om. Dit laat Bart me uitgebreid zien, terwijl ik me verbaas over hoe rustig de duiven reageren als ze opgepakt worden.
“In de chipring zit een elektronisch chipje dat de duif registreert en op het moment dat een duif thuiskomt heb ik een elektronisch registratieveld liggen waarmee de tijd wordt geregistreerd.”
In het hok van de ‘oudere’ en dus de prijswinnende duiven, laat Bart mij zien waaraan een gezonde duif te herkennen is. “De veren van de duif moeten gewoon lekker zacht en een beetje vettig aanvoelen. Waar je verder nog naar kijkt is dat de neus mooi wit is. Het oog moet stralen en de duif moet vitaliteit uitstralen.”
Niet iedere duif heeft hetzelfde voer nodig en ook niet iedere duif moet hetzelfde presteren. Afhankelijk van de periode krijgt de duif voer dat het beste past bij zijn/haar situatie. Binnen de verschillende voersamenstellingen van Garvo blijft Bart elke dag nadenken over wat hij voert en wat voor hem goed voelt.
“Een duif die duizend kilometer moet vliegen heeft een andere energiebron nodig dan een duif die honderd kilometer vliegt.” Zo hebben de duiven bijvoorbeeld ook in de ruiperiode andere voedingsstoffen nodig, waarvoor Bart de prestige rui (5583) voert.
“Mijn vader heeft vroeger altijd Garvo gevoerd. We zijn wel eens verder gaan kijken, maar dat ging met de tijd steeds slechter. Toen zijn we weer snel teruggegaan op het vertrouwde systeem van Garvo en de resultaten werden al snel weer beter. Ik weet gewoon niet anders dan Garvo voeren.”
Het is heel bijzonder om te zien hoe een hobby waar je zo druk mee bent je ook zoveel rust kan geven. Bart geeft namelijk aan dat hij zijn sportelement echt uit deze hobby haalt, maar ook kan genieten van de aanwezigheid van de duiven alleen.
Het mooiste van de dag vond ik de grote glimlach die op het gezicht van Bart verscheen toen hij heel trots vertelde: “Toen de duif die in 14,5 uur vliegen van Orange (FR) om 21:30 uur terwijl ik rustig in de tuin zat, ineens boven me rondcirkelde… dat was wel echt een kippenvelmoment!

Tot het volgende voerverhaal!
BRON Garvo voer naar mijn hart

Postduifvereniging Welkom in Uden. Het inkorven met voorzitter Jan van den Berg (2e van rechts). © Van Assendelft
UDEN - De duivensport is tot Nederlands immaterieel erfgoed verklaard. Liefhebbers proberen de kwijnende sport te redden. En de beesten die alles met witte drek onderpoepen, dat zijn in ieder geval niét de topfitte en goedgevoede postduiven betoogt duivenhouder Jan van den Berg.
,,Ergens moet je er een link mee hebben, anders begin je er niet aan. Duivensport is een dure en moeilijke sport die veel tijd vraagt. Daar komt bij dat de jeugd van tegenwoordig liever achter de computer zit.'' Udenaar Jan van den Berg, voorzitter van de Udense postduivenvereniging Welkom, maakt het niet mooier dan het is. Maar hij zegt er meteen bij: ,,Het is een ontzettend léuke en fascinerende sport, waar je een kick van krijgt. Het is zo mooi om een duif na zijn vlucht weer thuis te zien komen. Het is fijn en rustgevend om deze dieren te trainen en te kweken." Van den Berg (69) gaat er dan ook mee door, dat doet hij al een halve eeuw lang.
Van den Berg is een uitzondering. Vroeger floreerde de duivensport, waren er wekelijks 100.000 mensen in het land die hun vogels lieten uitvliegen. Elke wijk, elk dorp had zijn eigen club of clubs. De postduiven werden ergens losgelaten, waarna gekeken werd welke dieren het eerste weer thuis arriveerden. De winnaar is de duivenmelker van wie de duif de afstand tussen losplaats en duivenhok met de hoogste gemiddelde snelheid aflegt. Anno 2018 is het ledental van de Nederlandse Postduivenvereniging gedaald tot ongeveer 17.000. Ja, ook in deze regio wordt de belangstelling voor de sport steeds kleiner.
,,Ik heb de duivensport van mijn vader meegekregen, terwijl mijn zoon het op zijn beurt weer van mij heeft overgenomen. De liefde voor het dier zit in ons. Mijn schoonzoon zit ook in de sport. Die kwam wel eens bij ons over de vloer en toen ontdekte hij nog een duifje, mijn dochter", lacht Van den Berg.
Postduiven zijn erg slimme dieren die je verbazen, vertelt Van den Berg. ,,In zekere zin zijn ze slimmer dan mensen. Als je een mens ergens geblinddoekt dropt, zal hij de weg niet terug kunnen vinden. Een duif lukt dat wel. Hoe, dat is hun geheim, dat is nog nooit ontrafeld." Van den Berg vindt het jammer dat veel mensen vooroordelen koesteren over duiven, ook iets waar de sport last van heeft.
,,Mensen denken dat die beesten alles onder poepen. Dat zijn dus niet onze postduiven. Die willen we topfit houden, zij krijgen speciaal geselecteerd voer. Die poepjes raak ik met mijn vingers aan, dat is niet die witte drek van andere vogels. En vliegend poepen ze niet."
Een jaar of tien geleden telde de Udense vereniging nog zo'n honderd leden. ,,Maar dat waren nog wel allemaal mensen uit Uden zelf." Nu telt de club nog zo'n tachtig leden. ,,Dat lijkt best veel ware het niet dat de club is uitgebreid met veel mensen uit de regio. Overal zijn clubs in de streek verdwenen of dreigen ze het loodje te leggen. Daarom hebben we nu bijvoorbeeld ook leden uit dorpen als Nistelrode, Boekel en Odiliapeel." Hun gemiddelde leeftijd is 64 jaar.
,,We proberen er het beste van te maken, zwemmen tegen de stroom in, organiseren nog zoveel mogelijk activiteiten. Want het sociale aspect vinden we ook heel belangrijk." Niet alleen is de belangstelling voor de sport tanende, ook hebben de duivenmelkers volgens Van den Berg veel last van slechtvalken die in groten getale in Nederland worden uitgezet. ,,Die eten onze duiven op. Heel erg vervelend, want die slechtvalk hoort niet in onze steden of dorpen thuis."
De duivensport is eind 2017 aangewezen als Nederlands immaterieel erfgoed. Op de lijst van dat erfgoed staan tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven. Bij de duivensport is dat al zeker honderd jaar het geval. Postduivenorganisatie NPO wil een plan maken om het erfgoed 'levend te houden en toekomst te geven'.
Wat kan het tij voor de noodlijdende duivensport keren? Van den Berg: ,,Publiciteit is heel belangrijk, positieve publiciteit. Daar schort het aan. Dat zou moeten veranderen, daarom werk ik graag aan dit interview mee. Ik hoop andere mensen ermee te inspireren."
BRON
Rumbeke onder de rook van Roeselare; in prachtige landschap van het echte west Vlaanderen, Het Kasteel van Rumbeke, gelegen in het Sterrebos, werd tussen 1520 en 1535 gebouwd. Het is een van de oudste kastelen in België die dateren uit de Renaissance. Het werd grotendeels in baksteen opgetrokken, met hier en daar zandsteen. Hier wonen veel bekende duivenliefhebbers; een daarvan is Dina en haar man Dany Berteloot ; beide fervente aanhangers van de eenhokraces aan welke veel wordt deelgenomen vaak alleen , maar soms ook in combinatie met een goede vriend. Schitterende prestatie leverde zij dit jaar in Kroatië; zij won daar de Derby Brod Croatie de final race met haar Martha; 2500 euro en een schitterende Trofee als bewijs. en op een afstand van 400km een voorsprong van 18 min op nummer twee Herman Beverdam. Bovendien hebben ze ook de halve finale in Croatie gewonnen met Flore 3045641/18; We hadden er 6 ingezonden, er zaten er nog 6 in de finale, dat is top.
In de Algarvegreatderby schitterden zij ook met een top tien notering en wel met een 9e plek in de Finale met hun Nadia. Ook hier weer een duivin die de 420 zware kilometers wist te overwinnen.
En tot grote vreugde ook heel frequent met schitterende prestaties..
Voorop staat wel dat de een hok vluchten onder toezicht van de FCI moeten staan. Zeker omdat het vaak in landen is die het niet altijd heel nauw nemen met een serieuze organisatie.. FCI is hier voor hun garantie en keurmerk.
In het gesprek met Dany en Dina bespeur ik toch een soort van andere invalshoeken betreffende de verzorging en kweken van hun duiven.
Dany , gepensioneerd is de man die alles verzorgt; en ook voert. Maar dit alles met een inslag van vroeger was het goed , zal nu ook nog wel goed zijn. Dina daartegenover heeft een modernere kijk op de duivensport, is ook heel gedreven om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Ik ben overtuigd dat dit wel eens tot discussie leidt in huize Sierens. In principe is Danny een snelheids speler , daarentegen tellen voor Dina alleen de vluchten boven de 550km , de Nationals zoals ze in België zo mooi zeggen.
Maar aan de eenhokraces zijn beide verslaafd. En dat is ook altijd weer de uitdaging om hier van het allerbeste naar uit te zenden. Maar het moet wel betaalbaar blijven, sommige race zijn zo duur dat ze daar zeker niet aan deelnemen.
De ontknopende final races wonen ze zelf zo veel mogelijk bij. En tevens een schitterend podium voor je contacten. Op de one loft races staat ze steevast haar mannetje o.a. Thailand, Roemenië, Griekenland, Portugal Mira,Slovakije enz...te volgen op FB.
In eigen land werd hun 2014-3036846 in 2018 behaalde prijzen; :” Pinot Noir” beste oude duif met drie prijzen op de nationale vluchten 12e Nat Chateauroux 8640d; prov 1370d-8; 19e Nat Argenton 11.823d Prov 1779d-10; en 111e Nat Bourges 20284d. Provinciaal 4262d -59
Het jaar 2017 vloog de “Pinot Noir”de volgende resultaten bij elkaar;
Jarnac 1054d-43; ours 511d-12. Prov. 6720d-184; Bourges 660d-23; Prov. 3946d-72; Nat. 23155-143; Chateauroux 579d-75; Prov 3422d-492; Nationaal 20473d-1847;
Chateauroux2; 226d-6; Prov 1589d-33; Nat 10454d-1303;
In 2016 waren de resultaten ook prima; Kortemark;
Tours 401d-59; Prov. 4113d-808; Chateauroux Kortmark 703d-131; Prov 4612d-826; Nationaal 25126d- 1832; Limoges Kortemark; 255d-58; Prov. 1121d-340; Nat 6492d-1158
Andere schitterende prestaties zijn er van hun “Boeing”; 2016-3126421;
Argenton nat 11823d-222; Zone A2 3606d -107; prov. 1779d-65;
Chateauroux Nat 8640d-855 Zone A2 2652d-479; WVV prov 1370d -314
Ook met andere duiven haalden zij top noteringen bv
de 15-3058078 haalde op Gueret in Lokaal de 5e op 976d; Provinciaal Gueret 1232d-18e en Nationaal 5331d-25e;
De 16- 571 vloog Argenton 1788d Prov 130e; en 1004 Nationaal;
Chateauroux Nat 8640d-156; Prov. 1370d-84; Argenton Prov 1779d-102; Nationaal 11823d-391- Zone A2 3606d-175;
2017 Provinciale en nationale vluchten (top 100)
- WVOU, Tours 3 juni: 14-47/492 oude regionaal Kortemark
- WVOU, Chateauroux 17 juni: 99/3084 jaarse PROV. + 14/415 jaarse regionaal Kortemark
- WVOU, Fontenay 8 juli: 56/9803 jongen
- WVOU, Compiegne 29 juli: 28/2210 oude + 64/19047 jongen
- WVOU, Pontoise 13 aug.: 33/854 oude
- WVOU, Pontoise 19 aug.: 33/643 oude
- WVOU, Brionne 10 sept. : 51-70/1683 oude
- WVV, Tours 13 mei: 38-50/2389 oude
- BOURGES 27 mei: 78/13105 oude NATIONAAL + 72/2056 PROV. + 23/660 regionaal Kortemark
- CHATEAUROUX 10 juni: 38/20487 oude NATIONAAL + 16/3369 PROV. + 2-32-75/579 reg. Kortemark.
38-43/651 jaarse regionaal Kortemark
- ARGENTON 24 juni: 40-42-52-58/237 oude regionaal Kortemark
- CAHORS 24 juni: 14/198 regionaal Kortemark
- CHATEAUROUX 8 juli : 31-33-78-97/1589 oude PROV. + 5-6-10-12/226 regionaal Kortemark
24-34-45-53/243 jaarse regionaal Kortemark
- NARBONNE 28 juli: 5/752 oude PROV. + 1/171 oude regionaal Kortemark
- TULLE 29 juli: 30-45/1717 jaarse PROV. + 2-6/315 jaarse regionaal Kortemark
- BOURGES 5 aug. : 40-47-95/1028 jaarse PROV. + 3-5-13/208 jaarse regionaal Kortemark
- CHATEAUROUX 13 aug. : 72/18495 jongen NATIONAAL + 14/3982 jongen PROV. + 1/401 reg. Kortemark
- ARGENTON 26 aug. : 11/368 jongen reg. Kortemark
- CHATEAUROUX 10 sept.: 10-29/254 jongen reg. Kortemark
Dina had een formidabel seizoen, ze speelde de 1e op Narbonne van 170 duiven en ook de 1e op Chateauroux van 401 duiven. En op Pontoise speelde ze de tegenstand op een hoopje; 435 duiven;1-2-3-5-16-17-22-29-43-64-65-90-91 enz 24/41. Verder ; Brionne; 338 d; 6-7-24-27-33-34-40-65-66-75-86-95-113 13/20 ; Pontoise; 439 d; 10-12-18-29-37-103-131-142 8/8
De Hokken
Gewone tuinhokken met 7 afdelingen, waar in totaal 45 weduwnaars zitten; een 100 tal jonge duiven en 20 kweek koppels. De Jonge duiven worden verduisterd en daarna gekoppeld om op nest de grotere afstanden aan te kunnen. Ze worden niet gespaard, maar gaan mee tot op de Nationals . En de selectie van de jonge duiven, vindt plaats op basis van de prestaties. Stambomen vindt Danny minder belangrijk; Dina daarentegen vind dat je niet zonder kunt
DE voeding . hier geen verrassingen altijd volle bak; en vanaf dag een tot en met de dag van inmanden dezelfde mengeling. Die bestaat uit een mengsel van drie soorten door elkaar aangevuld met een eigen mengsel van Roodsteen- grit ; kleinzaad en wat hennep. Wel af en toe wat pinda’s
De weduwnaars krijgen geen duivin te zien van te voren; wel worden een 4 tal duivinnen los op het hok gelaten waardoor het een soort van jaloeziespel wordt
De basis soorten waarmee hier hun resultaten behaald worden zijn afkomstig van Berteloot sr.; Ant Verhaert; Jozef Devriend; Hein Brassee; en Lionel Vermander.
Bij de dochter van Lionel, die dierenarts is in Roeselare, wordt een a twee keer per jaar een mest onderzoek aangeboden; Ook als ze twijfelen over iets gaan ze naar haar. Verder zit er altijd knoflook in het water en krijgen de duiven een keer per week Adinoline in het water; vervolgens worden ze een keer per jaar ontwomd. En natuurlijk de verplichte entingen.
Kortom ik dacht dit is beslist een hok dat eens voorgesteld dient te worden in Nederland,
In Vlaanderen zijn ze elk jaar te zien op de grote huldigingen, en ook op de diverse eenhokraces vaste klanten met schitterende uitslagen
Mooie prestaties van heel lieve mensen die de sport nog als echte amateurs bedrijven, en heel veel liefde in hun geliefde hobby steken.. Dina en Dany;
Nog heel veel succes in de komende jaren
© Hans Schuttelaar
Aan de top blijven is moeilijker dan aan de top komen. Daarom heb ik groot respect voor die liefhebbers die dit doen. Natuurlijk zijn er mindere...
Bekijk Op (de) Hoogte in uw webbrowser vrijdag 14 november | week 46 NPO BESTUUR Voorzitter aan het woord In Voorzitter aan het woord deze week veel...
Deze klok is voor geen geld te koop. Ik kreeg hem eind jaren zeventig van mijn vader. De aanleiding was best merkwaardig. Als jonge jongen had ik al...